C
Praktische informatie
OPMERKINGEN:
niet in de vaatwasser worden gewassen.
• Er lekt zout.
Vaat is bekrast.
• De waterhardheidinstelling
staat op laag of het zoutniveau is
niet hoog genoeg.
• De vaat is niet geordend in het
toestel geplaatst.
Er blijft een
• Er is teveel sspoelmiddel
gebruikt.
substantie op
glazen achter
die lijkt op een
melkvlek die
met de hand
niet kan worden
verwijderd. Er
• Door het zachte water is het
verschijnt een
glas aangetast.
blauwachtige
waas /
regenboog als
het glas tegen
het licht wordt
gehouden.
Voorwerpen van aluminium of die aluminium bevatten moeten
118
• Let erop dat u tijdens het bijvullen van zout, geen
zout rond de opening morst. Gemorst zout kan krassen
veroorzaken. Zorg ervoor dat het deksel van het
zoutreservoir na het bijvullen goed wordt gesloten.
Draai het voorwasprogramma om ervoor te zorgen
dat het gemorste zout in het toestel wordt verwijderd.
Controleer aan het einde van het programma het
deksel nogmaals. Door het oplossen van zoutkorrels
onder het deksel tijdens de voorwas kan het deksel
loskomen.
• Meet de hardheid van het leidingwater op de juiste
wijze en controleer de waterhardheidinstelling.
• Zet glazen en ander glaswerk niet leunend tegen
andere vaat in de mand, maar tegen de randen van de
mand of het glazenrek. Het tegen elkaar komen van
glazen of andere vaat door de kracht van het water
tijdens het wassen, kan breuken veroorzaken of het
oppervlak krassen.
• Zet de spoelmiddelinstelling lager. Reinig tijdens het
bijvullen het gemorste spoelmiddel.
• Meet de hardheid van het leidingwater op de juiste
wijze en controleer de waterhardheidinstelling. Gebruik
geen zout als uw leidingwater zacht (<5 dH) is. Kies
programma´s die wassen op hogere temperaturen (bijv.
60-65°C).
• U kunt ook glasbeschermende wasmiddelen
gebruiken die in de handel verkrijgbaar zijn.
NL