NL
Speciale functies
Speciale functie P3: Koken & Gratineren
Gebruik deze functie om verschillende voedingsmiddelen te koken en te gratineren.
1. Druk op de toets Speciale functie P3. De
functietoets licht op.
2. Druk op de toets Soort voedsel instellen om
het soort voedsel te wijzigen. De respectieve
indicators beginnen te knipperen.
3. Druk op de "-" en "+" toetsen om de gewenste
tijd in te stellen, bijvoorbeeld "C 01" (zie
onderstaande tabel).
De volgende tabel geeft een overzicht van de programma's voor de Speciale functie P3, met de
aanduiding van gewicht en bereidingstijd (zodat het voedsel een gelijkmatige temperatuur krijgt).
Programma
C 01
C 02
Kant-en-klaar-gerechten
C 03
Belangrijke opmerkingen:
Gebruik altijd schotels of bakjes die geschikt
zijn voor de magnetron en een deksel om
vochtverlies te voorkomen.
Opgelet! Na het koken kan het serviesgoed zeer
heet zijn. Hoewel magnetronovens de meeste
bakjes e.d. niet verhitten, kunnen deze als gevolg
van warmteoverdracht wel erg heet worden.
58
Voedsel
Pizza
Aardappelproducten,
diepgevroren
4. Druk op de toets Gewicht instellen om het
gewicht van het voedsel aan te geven. De
respectieve indicator begint te knipperen.
5. Druk op de "-" e "+" toetsen om het gewenste
gewicht in te stellen.
6. Druk op de Start-toets. De oven treedt in
werking.
Gewicht (g)
Tijd (min)
300 – 550
400 – 1000
200 – 450
10 – 12
Bereidingsinstructies:
Pizza, diepgevroren – Gebruik diepgevroren
kant-en-klare pizza's.
Kant-en-klaarvoedsel, diepgevroren – Gebruik
diepgevroren
garnalensouflé. Altijd afdekken.
Aardappelproducten,
aardappelkroketten
aardappelen dienen geschikt te zijn voor
bereiding in de oven.
Aanwijzingen
8-12
Rooster
8 – 14
1x omkeren, afdekken
Glasplaat
lasagne,
diepgevroren
en
cannelloni,
–
Friet,
gesauteerde