NETHERLANDS
verwijderd worden. Door kortston-
dig inschakelen kan nu gekontro-
leerd worden of de draairichting
overeenstemd met de pijl op het
typeplaatje. Indien de draairichting
verkeerd is dienen er twee fasen
verwisseld te worden.
– Toerentalomschakeling:
Wisselstroommotoren:
schakeling tussen de 4 toerental-
len vindt handmatig plaats aan de
draaischakelaar van de motor-
klemmenkast van de pomp.
Draaistroommotoren: De omscha-
keling tussen de 4 toerentallen
vindt handmatig plaats door de 4-
toerental-keuze-stekker aan de
motorklemmenkast om te steken.
Centrale schroef losdraaien en de
4-toerental-keuze-stekker met de
pijl op het gewenste toerental
insteken. Centrale schroef weer
vast aandraaien.
De pomp moet voor het
loshalen van de 4-toeren-
tal-keuze-stekker
ningsvrij geschakeld zijn
en beveiligd worden te-
gen onbevoegd inscha-
kelen.
7. Onderhoud
De pompen zijn onderhoudsvrij
8. Storingen/
8.1 Pomp draait niet bij ingescha-
– elektrische zekeringen kontroleren
– spanning aan de pomp kontrole-
De
om-
– bij wisselstroommotoren moet de
– motor is geblokkeerd, bijv. door
span-
– indien de motorbeveiliging in wer-
oplossingen
kelde stroomtoevoer
ren (typeplaatje in acht nemen)
kondensatorgrootte gekontroleerd
worden (typeplaatje in acht nemen)
afzettingen uit het verwarmings-
water
oplossing: ontluchtingsschroef ver-
wijderen en de beweging van de
pomprotor kontroleren of deblok-
keren door m.b.v. een schroeven-
draaier het gespleten asuiteinde te
draaien.
Bij hoge watertempera-
turen en systeemdruk-
ken moeten de afsluitar-
maturen voor en achter
de pomp gesloten wor-
den. De pomp moet van
te voren eerst afkoelen.
king treedt dient de instelling van
de
motorbeveiligingsschakelaar
gekontroleerd te worden
43