O
Waarschuwing! Draag een veiligheidsbril of een
stofbril als u dit gereedschap gebruikt.
6
Waarschuwing! Draag een respirator of masker.
&
Waarschuwing! Gebruik uitsluitend niet-ontv-
lambare vloeistoffen.
Elektrische veiligheid
#
Dit gereedschap is dubbel geïsoleerd. Een
aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt
met de waarde op het typeplaatje.
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden vervan-
u
gen door de fabrikant of een Black & Decker-servicecen-
trum om gevaren te voorkomen.
Als u het gereedschap buiten gebruikt, mag u alleen een
u
verlengsnoer gebruiken dat geschikt is voor buitenge-
bruik. Er kan een geschikte Black & Decker-verlengkabel
van maximaal 30 m lang worden gebruikt zonder dat de
prestaties afnemen.
Verhoog de elektrische veiligheid eventueel verder met
u
behulp van een hooggevoelige 30 mA reststroomschake-
laar (RCD).
Onderdelen
Het apparaat kan de volgende onderdelen bevatten.
1. Stekker en voedingskabel
2. Spuittrekker
3. Spuit
4. Stroomeenheid
5. Ontgrendelingsknop voor de spuit
6. Container voor vullen aan de zijkant
7. Deksel
8. Uitstroomregelknop
9. Uitstroomindicator
10. Patroonselectiemondstuk
11. Filterklep
12. Mengemmer
13. Viscositeitsbakje
Montage
Waarschuwing! Zorg vóór aanvang van de montage dat het
apparaat is uitgeschakeld en de netstekker is losgekoppeld
van het lichtnet.
(Vertaling van de originele instructies)
De container voor vullen aan de zijkant vastkop-
pelen (fig. A)
De container voor vullen aan de zijkant is zodanig ontworpen
dat deze maar op één manier past.
Lijn de container voor vullen aan de zijkant (6) uit onder
u
de opzuigbuis (15) met de deksel (7) naar links.
Druk de container voor vullen aan de zijkant (6) stevig op
u
zijn plek.
Maak de sluitring (16) vast door deze tegen de klok in te
u
draaien.
Opmerking: Zorg ervoor dat de sluitring en de container voor
vullen aan de zijkant stevig vast zitten.
De opzuigbuis uitlijnen (fig. B en C)
De opzuigbuis kan worden uitgelijnd in de richting waarin u
voornamelijk gaat spuiten, zodat u de container minder vaak
hoeft bij te vullen.
Als u omhoog of recht naar voren spuit, moet u de
u
opzuigbuis (fig. B) richting de achterkant van de container
plaatsen.
Als u omlaag spuit, moet u de opzuigbuis (fig. C) richting
u
de voorkant van de container plaatsen.
Zo spuit u zo veel mogelijk materiaal voordat u moet bijvullen.
De spuit koppelen en ontkoppelen (fig. D en E)
De spuit verwijderen uit de motoreenheid
Houd de ontgrendelingsknop van de spuit (5) ingedrukt.
u
Draai de spuit (3) totdat deze een hoek van 90
u
met de motoreenheid (4).
Trek de spuit (3) recht uit de motoreenheid (4).
u
Laat de ontgrendelknop van de spuit (5) los.
u
De spuit koppelen aan de motoreenheid
Houd de ontgrendelingsknop van de spuit (5) ingedrukt.
u
Houd de spuit(3) in een hoek van 90
u
heid (4).
Duw de spuit (3) recht in de motoreenheid (4).
u
Draai de spuit (3) 90
u
de motoreenheid (4).
Laat de ontgrendelknop van de spuit (5) los.
u
Waarschuwing! Controleer of de spuit stevig is bevestigd aan
de motoreenheid voordat u gaat spuiten.
De container vullen (fig. F)
Controleer of de container voor vullen aan de zijkant (6)
u
helemaal op de spuit is gedraaid.
Leg de spuit op zijn zijkant, waarbij de deksel van de
u
container naar boven wijst.
Giet het op de juiste wijze verdunde en gezifte middel dat
u
u wilt spuiten in de container voor vullen aan de zijkant.
NEDERLANDS
O
met de motoreen-
O
door totdat deze evenwijdig is aan
O
maakt
43