Installatie - GE KAL460 Guia De Instalacion

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

Adressierung
Zur ordnungsgemäßen Identifizierung ist für jedes Modul eine
numerische Adresse zwischen 128 und 253 erforderlich. Diese
wird mithilfe der DIP-Schalter 1-7 festgelegt (siehe Tabelle 1, DIP-
Schalter für Adresseinstellungen). Zum Programmieren des
Eingangssignals dient DIP-Schalter 8.
W
ARTUNG UND TESTS
Der grundsätzliche Wartungsaufwand beschränkt sich auf eine
alljährliche Inspektion. Die Innenverdrahtung oder die Elektronik
dürfen nicht verändert werden.
Zum Testen des Moduls muss dem Gerät ein Eingangssignal
zugeführt werden. Dabei die Aktivierungsmeldung kontrollieren,
die in der Zentrale angezeigt wird.
Wenn der Test nicht über die Status-LED und der Zentrale
angezeigt wird, sollten alle Verbindungen sowie die Moduladresse
überprüft werden.
T
D
ECHNISCHE
ATEN
Versorgungsspannung ...................................................22 – 38 VDC
Stromaufnahme bei 24 VDC (Ruhezustand).........................
Stromaufnahme bei 35 VDC (Ruhezustand).........................
Stromaufnahme (Alarmzustand) ........................................< 10,0 mA
Stromaufnahme - 24 VDC über zus. Netzteil
(Ruhezustand).......................................................................
Stromaufnahme - 24 VDC über zus. Netzteil
(Alarmzustand) ......................................................................< 50 mA
Stromaufnahme – über Ringleitung (Ruhezustand)................750 µA
Stromaufnahme - über Ringleitung (Alarmzustand).............< 3,6 mA
Betriebstemperatur....................................................-10 ºC bis 50 ºC
Lagertemperatur........................................................-10 ºC bis 70 ºC
Relative Luftfeuchtigkeit ..................................................... 95% max.
Maße ......................................................................117 x 80 x 44 mm
Installatiehandleiding
Elektrische aansluitingen:
voor
externe
voeding;
5
schakelaars;
StatusLED;
7
8
Weerstand (alarm 1);
B
ESCHRIJVING
De KAL460 maakt een externe ingang naar een analoog
brandmeldsysteem mogelijk. Het ingangssignaal wordt continu
bewaakt en de status ervan wordt doorgegeven naar het
brandmeldpaneel. De module heeft vijf mogelijke statussen:
standby, open circuit, kortgesloten circuit, alarm 1 en alarm 2.
De ingang heeft geen polariteit en kan worden geactiveerd door
een potentiaalvrij contact te sluiten of openen (afhankelijk van de
moduleconfiguratie).
De statusLED brandt tijdens een alarm continu.
I
NSTALLATIE
Raadpleeg de norm EN54-14 (2001), NEN2535 en
de plaatselijke regelgeving voor algemene richtlijnen
om brandsystemen te plannen, te ontwerpen, te
installeren, in werking te stellen, te gebruiken en te
onderhouden.
De module is ontworpen voor installatie in een kast en moet tegen
omgevingsinvloeden worden beschermd. De voeding moet tijdens
de installatie worden losgekoppeld.
De voeding van 24 V kan worden betrokken uit de lus of uit een
externe voeding.
Als er meer dan tien KAL400-modulen in een lus zijn opgenomen,
wordt een externe voeding aangeraden. Controleer bij grote
installaties altijd met de calculator of er voldoende stroom op de
lus beschikbaar is.
1
2
Lusconnectoren;
Connectoren
3
Ingangsconnectoren;
6
Weerstand
(alarm
Weerstand (standby).
Voedingsconfiguratie
Als u de voeding wilt instellen, verwijdert u het deksel van de
module en configureert u de jumpers JMP1 en JMP2. Zie
Afbeelding 2: jumperconfiguratie voor voeding.
Afbeelding 2: jumperconfiguratie voor voeding
Stroom via lus.
Ingangsconfiguratie
Gebruik DIP-schakelaar 8 om het ingangssignaal te configureren.
110 µA
Als de schakelaar op AAN staat, werkt de module als
Normaal gesloten (NC).
135 µA
Als de schakelaar op UIT staat, werkt de module als Normaal
open (NC).
In het eerste geval is de ingang in de ruststand wanneer de
200 µA
contacten worden aangesloten en wordt de ingang geactiveerd
wanneer het contact wordt verwijderd.
In het tweede geval is de ingang in de ruststand wanneer de
contacten niet
geactiveerd wanneer de contacten worden kortgesloten.
Weerstandsconfiguratie
Er
zijn
programmeren. Deze weerstanden komen elk overeen met een
aparte toestand: 270 kΩ (standby), 100 kΩ (alarm 1) en 37 kΩ
(alarm 2). Het maximale tolerantiebereik is 5%. Zie Afbeelding 1
om een weerstand aan te sluiten.
Adressering
Aan elke module moet om identificatieredenen een numeriek
adres tussen 128 en 253 worden toegewezen. Dit adres wordt
ingesteld met DIP-schakelaars 1-7 (zie Tabel 1: adresinstellingen
4
DIP-
voor DIP-schakelaars). DIP-schakelaar 8 wordt gebruikt om het
2);
ingangssignaal te configureren.
O
NDERHOUD EN TESTS
Het onderhoud is beperkt tot een jaarlijkse inspectie. Wijzig nooit
de interne bedrading of circuits.
Als u de module wilt testen, voert u een ingangssignaal naar de
module en controleert u het activeringsbericht dat op het
controlepaneel wordt weergegeven.
Als de statusLED en het controlepaneel hier niet op reageren,
moet u alle verbindingen en het moduleadres testen.
T
ECHNISCHE SPECIFICATIES
Bedrijfsspanning.............................................................22 – 38 VDC
Stroomverbruik bij 24 VDC (rusttoestand).............................
Stroomverbruik bij 35 VDC (rusttoestand).............................
Stroomverbruik (alarm).......................................................< 10,0 mA
Stroomverbruik - externe voeding van 24 VDC
(rusttoestand) ........................................................................
Stroomverbruik - externe voeding van 24 VDC (alarm) ........< 50 mA
Stroomverbruik - stroom via lus (rusttoestand) .......................750 µA
Stroomverbruik - stroom via lus (alarm) ...............................< 3,6 mA
Omgevingstemperatuur............................................... -10ºC tot 50ºC
Opslagtemperatuur:..................................................... -10ºC tot 70ºC
Relatieve luchtvochtigheid................................................... 95% max
Afmetingen ............................................................ 117 x 80 x 44 mm
5
Externe voeding van 24 V
gelijkstroom.
Sluit geen externe voeding van 24 V gelijkstroom aan
als de module via de lus gevoed wordt.
worden aangesloten en
drie
weerstanden
voorzien
wordt de
ingang
om
het
systeem
te
110 µA
135 µA
200 µA

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido