De kachel gaat niet
automatisch aan
Blokkering van de
kachel.
De pellets worden niet
in de verbrandingska-
mer gevoerd.
De kachel werkt enkele
minuten en gaat daar-
na uit
Ventilator rookafzui-
ging stop niet
1. Het reservoir is leeg
2. De weerstand bereikt de tempe-
ratuur niet
3. Weerstand beschadigd
4. De pellets dalen niet
5. Motor van de schroef defect
6. De vuurpot zit niet in de zitting
of is vuil
7. Verstopping door nesten of an-
dere vreemde lichamen in de scho-
orsteen of schoorsteen kap
8. Controleer de werking van de
bougie
9. De asla is niet goed gesloten
10. Verstopping rookdoorgang en
rookkanaal
11. Rookafzuiger werkt niet
12. Thermische sonde defect
13. Pellets vochtig
1. Het reservoir is leeg
2. Schroef zonder pellets
3. Technisch probleem van de
schroef
4. Reductiemotor defect
5. Printkaart defect
1. Inschakelingsfase niet voltooid.
2. Tijdelijk gebrek aan stroom
3. Rooksondes defect of niet inge-
schakeld
1. De kachel is nog niet
afgekoeld
1. Vul het reservoir met pellets
2. Controleer de stroomkabels en de zekeringen, ver-
vang de weerstand indien defect
3. Vervang de weerstand
4. haal de stekker uit het stopcontact alvorens:
- te controleren of de pellets niet op het glijvlak zijn va-
stgelopen
- te controleren of de schroef niet is geblokkeerd door
een vreemd lichaam
- de afdichting van de deur te controleren
5. Neem contact op met een erkend servicecen-
trum.
6. Controleer of het gaatje van de vuurpot overeenstemt
met de bougie, reinig de vuurpot
7. Verwijder vreemde lichamen uit de schoorsteenpot of
uit het rookkanaal.
8. Controleer of stroom aanwezig is Vervang de bougie
indien verbrand
9. Sluit de asla
10. Voer een periodieke reiniging uit
11. Controleer de werking van de rookafzuiger
12. Neem contact op met een erkend servicecen-
trum.
13. Controleer de opslagplaats van de pellets en vervang
door een handvol droge pellets.
1. Laad pellets in het reservoir
2. Vul het reservoir en vervolg zoals aangegeven in de
instructies voor eerste inschakeling
3. HET IS AANBEVOLEN om de stekker uit het stopcon-
tact te halen alvorens:
- het reservoir te legen en handmatig eventuele obstruc-
ties van de schroef te verwijderen (zaagsel)
- het glijvlak van eventuele obstructies te bevrijden
- pelletstof van de basis van het reservoir te verwijderen
4. Vervang de reductiemotor
5. Vervang de printkaart
1. De inschakeling opnieuw proberen
2. De inschakeling opnieuw proberen
3. Controleer en vervang de sonde
1. Wacht tot de kachel afkoelt De ventilator stopt
uitsluitend na de afkoeling.
Als de storing aanhoudt, contact opnemen met
een erkend servicecentrum
25