De vuurpot is vroegtijdig
verstopt en de verbran-
ding is onregelmatig,
het glas van de deur is
vuil, de vlam is lang, ro-
odachtig en zwak
Rookgeur in de ruimte.
Uitschakeling van de
kachel
In de automatische
stand werkt de kachel
steeds op het maximaal
vermogen
De zuigmotor van de
rookgassen werkt niet
26
1. Rookkanaal met te lange buisde-
len of verstopt
2. Te veel pellets
3. Overmatige hoeveelheid pellets
of te veel as in de vuurpot
4. De vuurpot zit niet in zijn zitting
5. Wind tegen rookafvoerstroom
6. Onvoldoende verbrandingslucht
7. Er werden andere pellets dan
gewoonlijk gebruikt
8. Motor rookafzuiging defect
9. Deur op verkeerde wijze geslo-
ten
1. Slechte verbranding
2. Slechte werking van de rookven-
tilator
3. Installatie van de schoorsteenpijp
verkeerd uitgevoerd
4. Verstopping van de schoorste-
enpijp
1. Ruimtethermostaat
2. Sonde voor temperatuurdetectie
beschadigd
3. Bedieningspaneel defect
1. De kachel krijgt geen stroomto-
evoer
2. De motor is defect
3. De printkaart is defect
4. Het bedieningspaneel is defect
1. Voer een periodieke reiniging uit Raadpleeg de para-
graaf voor de installatie van de kachel, in de handleiding
voor gebruik en onderhoud. Controleer of de schoorste-
enpijp schoon is
2. Minder het laadniveau van de pellets in de parameters
3. Reinig goed de vuurpot nadat u hebt gewacht tot de
kachel volledig uit is. Neem contact op met een er-
kend servicecentrum indien dit nog eens voorvalt.
4. Controleer of het gaatje van de vuurpot overeenstemt
met de bougie
5. Controleer de winddichte schoorsteenpot en/of in-
stalleer er één
6. Controleer de correcte positie van de vuurpot, of hij
schoon is en of de luchtafzuigleiding vrij is, controleer
de staat van de pakking van de deur, verhoog in de pa-
rameter het niveau m.b.t. de snelheid van de ventilator
voor uitstoot van de rookgassen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum
7. Controleer de kwaliteit van de pellets.Neem contact
op met een erkend servicecentrum
8. Verhoog in de parameter het niveau m.b.t. de snelheid
van de ventilator voor uitstoot van de rookgassen. Con-
troleer en vervang eventueel de motor
9. Controleer of het glas hermetisch is gesloten en of de
pakking de afdichting garandeert.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
1. Stel opnieuw de temperatuur van de thermostaat in
2. Controleer de werking van de sonde en vervang ze
eventueel
3. Controleer het bedieningspaneel en vervang het
eventueel
1. Controleer de netspanning en de zekering
2. Controleer en vervang eventueel de motor en de
condensor
3. Vervang de printkaart
4. Vervang het bedieningspaneel