• Extern rookkanaal dat tot stand gebracht is met uitsluitend geïsoleerde inox-buizen, dus met dubbele
wand minimaal Ø150 mm: het geheel is goed aan de muur verankerd. Met windbestendige
schoorsteenpot (zie Fig. 4 op pag. 136).
• Kanaliseringssysteem via T-aansluitingen die een gemakkelijke reiniging zonder demontage van de
buizen mogelijk maken.
Er wordt geadviseerd de in acht te nemen veiligheidsafstanden en het type
isolatiemateriaal samen met de producent van het rookkanaal te controleren. De
vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur gemaakt worden (EN 13501 - EN
13063 - EN 1856 - EN 1806 - EN 15827).
8
BRANDSTOF
8.1
BRANDSTOF
• De brandstof die gebruikt moet worden is hout en alle afgeleiden ervan (lignietblokken, samengeperst
zaagsel, enz.) met een watergehalte van max. 20%.
• Goed brandhout moet minstens 2 jaar gedroogd hebben op een plaats buiten maar afgeschermd van
neerslag.
• Het gebruik van vochtig hout of schors geeft aanleiding tot de vorming van creosoot in de leidingen
van de vuurhaard. Vochtig hout zal veel minder warmte opbrengen dan droog hout.
• Voor de lengte van de houtblokken, controleer de afmetingen van de verbrandingskamer van de
kachel.
KEUKENKACHEL OP HOUT
LEGENDA
Fig. 10 op pag. 140
1
Isolatie
2
Inspectiedop
3
Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
4
Damper
Fig. 11 - Positionering van het hout
NL
141