7. Controleer of de kraag aan beide kanten de juiste hoogte heeft. Als de
hoogte niet gelijk is, drukt u opnieuw de hoogteverstelknop in en
corrigeert u de hoogte. De hoogte van de kraag kan zeer nauwkeurig
worden afgesteld, indien nodig.
8. Houd de voorzijde stevig vast en positioneer de zijkanten van de
voorzijde in de zijkanten van het achter paneel. Trek de klittenbanden
van de achterzijde naar de bevestigingsplaatsen aan de voorzijde.
Trek de klittenbanden om en om strakker aan, zodat beide uiteinden
even lang zijn. (Af beelding 6)
9. Indien verdere hoogteverstelling nodig is, houdt u opnieuw de
hoogteverstelknop ingedrukt en stelt u handmatig de juiste positie in.
Gebruik de hoogte indicatie markeringen om de juiste kraaghoogte
voor de patiënt te bepalen. (Af beelding 7)
10. Zodra de gewenste positie is bereikt, schakelt u de
patiëntvergrendeling in door de schakelaar boven de
hoogteverstelknop naar links te schuiven. (Af beelding 8)
11. De klittenbanden moeten symmetrisch op de bevestigingsplaats
worden aangebracht. Wanneer de nekkraag correct bij de patiënt is
aangebracht, moet er aan beide zijden op de bevestigingsplaats
gelijkmatig overtollig bandlengte aanwezig zijn. Knip de overtollige
bandlengte af en bevestig desgewenst herpositioneerbare Fit Tabs aan
de uiteinden van de banden. (Af beelding 9).
Aanvullende opmerkingen
1. Gebruik de optionele herpositioneerbare Fit Tabs om de afgeknipte
banden af te werken en op de bevestigingsplaats vast te zetten. De
patiënt kan hierdoor na het afdoen van de kraag, de kraag gemakkelijk
in de voor hem ingestelde stand terug plaatsen. Haal het uiteinde van
de band door de Fit Tab en zet de band vast. (Af beelding 10) De
patiënt kan de banden vervolgens met de Fit Tabs naar dezelfde
positie op de bevestigingsplaats trekken. Met wat oefening kan de
patiënt dit ook zonder hulp van een spiegel doen.
2. De blauwe borstbeenontlastknop geeft de patiënt meer
bewegingsvrijheid bij bepaalde activiteiten, zoals eten of praten. De
knop kan 90 graden rechtsom worden gedraaid, wanneer u vanaf de
voorkant naar de kraag kijkt. (Af beelding 11).
Eindcontrole pasvorm
Een correct aangebrachte Miami J Select ziet eruit zoals af beelding 12.
• De nekkraag loopt van de kaak tot net onder het kuiltje boven het
borstbeen. De kin zit comfortabel gecentreerd in het midden van de
kinsteun. De kin mag niet over de rand van de Sorbatex™ padding
uitsteken, maar mag ook niet binnen de kraag vallen.
• Het klittenband loopt in een rechte lijn, beide uiteinden zijn even
lang.
• De zijkanten van de achterzijde overlappen de zijkanten van de
voorzijde.
• De voorzijde van de nekkraag ligt in een opwaartse hoek naar de oren
toe. De plastic onderrand mag niet op de sleutelbeenderen van de
patiënt rusten of in de monnikskapspier drukken.
• Er raakt geen plastic de huid. De blauwe Sorbatex™ padding
bedekken alle plastic randen.
• De banden hangen niet slap en laten nergens los.
• De trachaele openeing en de luchtopening van het achterpaneel
bevinden zich in het midden gecentreerd.
48