een paar gram opgenomen vuil tijdens de normale levensd-
uur nodig om de motor te vervuilen.
Reinig het element niet, maar vervang het altijd door een
nieuw element. Als gebruikte luchtfilterelementen worden
gereinigd, kan door onjuiste reinigingsmethoden vuil in het
filter komen wat kan leiden tot vuilophoping en een defecte
motor.
Houd er rekening mee dat als een luchtfilterelement wordt
gereinigd, met eender welke methode de persoon of onder-
neming die de reiniging uitvoert, vanaf dat moment
aansprakelijk is voor de integriteit van het filter. De garantie
op luchtfilters vervalt als enige vorm van reiniging of onderhoud
wordt uitgevoerd, omdat de conditie van het filter na onderhoud
volledig buiten onze invloed valt. Daarom kan er bij een defecte
motor vanwege vuilophoping geen aanspraak op garantie
worden gedaan als het luchtfilterelement op enige wijze is
gereinigd of onderhouden.
Een gedeeltelijk vuil luchtfilterelement werkt beter dan een
nieuw element. Een vuil filterelement is dus niet slecht voor
de motor, tenzij het element de luchtstroom aanzienlijk bep-
erkt en de prestaties van de motor hierdoor worden beïnv-
loed. Deze reden is eenvoudig. Het materiaal in het filter
moet poreus zijn zodat er lucht door kan. Als er vuile lucht
door het filter gaat, verstopt het vuil enkele gaatjes in het
materiaal en wordt zo onderdeel van het filtermateriaal. Als
de volgende ronde met vuil komt, helpt het eerste vuil nog
kleinere deeltjes te filteren waardoor het filter nog efficiënter
voorkomt dat er vuil in de motor komt. Dit wordt een barrière-
filter genoemd.
Op een gegeven moment is het filtermateriaal natuurlijk zo
verstopt dat er geen lucht meer door kan.
De omstandigheden waarin wordt gemaaid, bepalen hoe
vaak het luchtfilterelement moet worden vervangen.
Luchtbeperkingsindicator
Deze eenheden hebben een luchtbeperkingsindicator in de
luchtreiniger. Afbeelding 4-13
Vervang het element wanneer de beperkingsindicator de
rode streep voor het vervangen van het filter bereikt. Con-
troleer dagelijks de indicator en vervang het element indien
nodig of jaarlijks, afhankelijk wat het eerst voorkomt.
Reset de indicator door de gele knop in te drukken na elke
elementvervanging. Afbeelding 4-13
606839CE
A. Resetknop
Afbeelding 4-13
Algemeen onderhoud van motor
Gedetailleerde instructies en aanbevelingen voor het inlo-
pen en normaal onderhoud bevinden zich in de handleiding
van de motor. Raadpleeg deze handleiding voor motoronder-
houd, het smeren van de motor met aanbevelingen voor kwa-
liteit en viscositeit, aanhaalwaarden voor bouten, enz. De
motorgarantie wordt verleend door de fabrikant. Speciale
aandacht moet worden besteed aan de toepasselijke gege-
vens die hier niet worden gedupliceerd. Speciale aandacht
moet worden besteed aan de van toepassing zijnde gegevens
die hier niet worden gedupliceerd.
Riemen
Inspecteer regelmatig de riemen op slijtage en bruikbaar-
heid. Vervang een riem die tekenen vertoont van:
• ernstige insnijding
• scheuren
• separatie
• haarscheurtjes door ozoninwerking
• barsten
• brandgaten door slippen.
4-7
B
A
B. Indicator
REV C
CZ
DA
DE
EN
ES
FR
IT
NL
PT
SV