wordt.
Indien de bundel van laserlicht niet evenwijdig aan de snijlijn
verloopt:
• Draai de laser (38) zachtjes naar links of naar rechts (afb.
G) in de behuizing van de lasermodule (26) totdat de bundel
evenwijdig verloopt. Het is verboden om de lasermodule met
grote kracht laten omdraaien en met meer dan enkele
graden.
• Indien de lasermodule in de dwarse lijn afgeregeld dient te
worden, maak de bevestigingsschroeven van de lasermodule
(39) los en verschuif de lasermodule naar links of naar rechts
totdat er een evenwijdige lijn tussen de laserbundel en de
snijlijn ontstaat.
Het stof dat bij het snijden ontstaat, kan het laserlicht
verduisteren, om die reden dient de lens van de laser
regelmatig gereinigd te worden.
AANZETTEN VAN DE ZAAGMACHINE
Alvorens op de hoofdschakelaar te drukken, verzeker u zich
of de zaagmachine op de juiste manier alsook volgens de
aanwijzingen van deze gebruiksaanwijzing gemonteerd en
afgeregeld werd.
De beschreven zaagmachine wordt voor de rechtshandige
mensen ontworpen.
• Druk op de blokkadeknop van de hoofdschakelaar (3).
• Druk op de hoofdschakelaar (4).
• Laat de motor van de zaagmachine met het volledige
toerental draaien.
• Druk op de hendel van de beschermer van de snijschijf (5).
• Laat de giekarm naar het te bewerken materiaal dalen.
• Maak de hendel van de beschermer van de snijschijf (5)
vrij.
• Voer de snede uit.
STOPZETTEN VAN DE ZAAGMACHINE
• Maak de hoofdschakelaar (4) vrij en wacht totdat de
snijschijf met het draaien stopt.
• Schuif de giekarm vanaf het bewerkte materiaal af en laat
het naar boven gaan.
Tijdelijke vonkproductie op de borstels van de elektrische
motor vormt een normaal verschijnsel tijdens het aan- en
uitzetten van de zaagmachine. Het is verboden om de
snijschijf van de zaagmachine door de uitoefening van
een zijdelingse druk stop te zetten.
SNIJDEN MET DE ZAAGMACHINE
Bevestig het te snijden materiaal op zulke manier zodat
het de bediening van de zaagmachine niet belemmert.
Alvorens de zaagmachine aan te zetten, verschuif de kop
naar de onderste stand om zich te verzekeren dat de
zaagkop en beschermer van de snijschijf onbelemmerd
kunnen bewegen. Verzeker u zich of de beschermer van
de snijschijf naar de verste stand kan bewegen.
Alvorens met het snijden te beginnen, verzeker u zich of de
blokkadeknop van de werktafel (23) en de blokkadehendel van de
kop (14) van de zaagmachine goed vastgedraaid zijn.
• Sluit de zaagmachine op het netwerk aan.
• Verzeker u zich of de spanningskabel niet in de buurt van
de snijschijf of het onderstel van het toestel zich bevindt.
• Plaats het materiaal op de werktafel en verzeker u zich of
deze goed bevestigd is zodat het tijdens het snijden niet
verschuift.
• Plaats de zaagkop in de verste, achterste stand en met
behulp van de draaiknop van de geleiderblokkade (12)
blokkeer de geleider (13).
• Deblokkeer de kop en de beschermer van de snijschijf.
• Druk op de blokkadeknop van de hoofdschakelaar en zet
de zaagmachine aan (wacht totdat de snijschijf het maximale
toerental bereikt).
• Laat de zaagkop langzaam dalen.
• Begin met het snijden door een geringe kracht op de kop
tijdens het snijden uit te oefenen.
Het onvoldoende vastdraaien van de blokkadeknoppen
kan het onverwachte verschuiving van de snijschijf op de
bovenste oppervlakte van het materiaal als gevolg hebben
waardoor het risico van letsels van de operator door
materiaalstukken ontstaat.
SNIJDEN MET VERSCHUIVING VAN DE GIEKARM (DE
KOP) VAN DE ZAAGMACHINE
Het verschuiven van de giekarm van de zaagmachine toelaat om de
snijschijf naar voren en naar achteren te bewegen waardoor bredere
materiaalstukken kunnen worden gesneden.
• Plaats de giekarm in de bovenste stand.
• Maak de draaiknop van de geleiderblokkade (12) los.
• Alvorens de zaagmachine aan te zetten, houd de giekarm
in de bovenste stand en trek naar zichzelf.
• Druk op blokkadeknop van de hoofdschakelaar (3) en zet
de zaagmachine aan.
• Maak de giekarm vrij en wacht totdat de snijschijf de
maximale snelheid bereikt.
• Maak de beschermer van de snijschijf vrij.
• Laat de giekarm dalen en begin met het snijden.
• Tijdens het snijden verschuif de giekarm vanaf achteren
(vanaf zichzelf).
• Na het doorsnijden van het materiaal maak de
hoofdschakelaar vrij, wacht totdat de snijschijf met het
draaien stopt en plaats de giekarm in de bovenste stand.
Het is verboden om te snijden door de zaagkop naar
zichzelf te verschuiven. De snijschijf van de zaagmachine
kan in zulk geval op het gesneden materiaal komen
waardoor het risico van letsels van de operator door
terugslag ontstaat.
BEDIENING EN ONDERHOUD
Alvorens met enige installatie-, regel-, bedienings- of
herstelwerkzaamheden te beginnen, dient de aansluiting
van het elektrogereedschap met de netspanning te
worden onderbroken.
REINIGING
• Na afronding van het werk verwijder alle materiaalstukken,
spanen en stof uit de tafelinleg van de werktafel alsook het
gebied rond de snijschijf en haar beschermer.
• Verzeker u zich of de ventilatieopeningen van de
motorbehuizing schoon zijn en er geen spanen of stof zitten.
• Maak de geleiders schoon en breng een dunne laag van
vaste smeermiddel aan.
• Houd alle handvatten en draaiknoppen schoon.
• Maak de lens van de laser met een kwast schoon.
UITWISSELING VAN DE SNIJSCHIJF
• Druk op de hendel van de beschermer van de snijschijf (5).
• Til de beschermer van de snijschijf (7) en draai de
bevestigingsschroef van de centrale plaat (40) uit (afb. H).
• Verschuif de centrale plaat (41) naar links zodat er toegang
tot de bevestigingsschroef van de snijschijf wordt verkregen.
• Druk op de blokkadeknop van de spil (6) en draai met de
snijschijf totdat het geblokkeerd is.
113