2 Veiligheid
2.9
Materiële schade vermijden
2.9.1
Lekkages en breuken in de leiding
Trillingen en uitzetting door warmte, kunnen breuken in de leidingen
veroorzaken.
De inhangtegenstroominstallatie zo installeren dat overdracht van
contact- of luchtgeluid verminderd wordt. De meegeleverde
trillingsdempers gebruiken en daarbij de relevante voorschriften in acht
nemen.
Overmatige belasting van de huisdelen kan beschadigingen
veroorzaken.
2.9.2
Droogloop
Door droogloop, kunnen mechanical seals en kunststof delen binnen
een paar seconden kapot gaan.
2.9.3
Oververhitting
De volgende factoren kunnen tot oververhitting van de pomp leiden:
2.9.4
Blokkeren van de pomp
Vuildeeltjes in de zuigleiding kunnen de pomp verstoppen en blokkeren.
2.9.5
Lekkage-afvoer
Ontoereikende lekkage-afvoer kan de motor beschadigen.
108 NL
VG 766.2330.061
De kap is niet begaanbaar. Niet als startblok gebruiken.
De pomp niet laten drooglopen. Dat geldt ook voor de controle van
de draairichting.
De pomp en zuigleiding voor het starten ontluchten.
fout ingestelde motorbeveiligingsschakelaar
verstopte lamellen door bladeren, takken, enz.
ontbrekende scheidings-/geleidingswand
Motorbeveiligingsschakelaar instellen.
Installatie alleen met geïnstalleerde scheidings-/geleidingswand
(55) gebruiken. Zie daartoe bladzijde 130 afb. 12.
Aanzuigopeningen eventueel van vreemde voorwerpen ontdoen
(takken, bladeren, kleding, enz.).
De pomp voor ingebruikname en na langere stilstand- of opslagtijd
controleren om te zien of deze soepel loopt.
Afvloeiïng tussen pomphuis en motor niet verstoppen of afdichten.
05/2013