8 Storingen
Storing
Ondanks
ingeschakelde
installatie geen
waterstraal.
8.1.1
Pomp controleren na het in werking zetten van het
beschermingscontact/de beveiligingsschakelaar
Als de motor door het wikkelingsbeschermingscontact of de
motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld wordt, moet u de volgende
stappen doorlopen.
Motoras loopt moeizaam:
Motoras loopt soepel:
Als de pomp vastzit kan de motor, door deze meerdere malen in te
schakelen, beschadigd worden.
120 NL
VG 766.2330.061
De stroomtoevoer van de installatie scheiden.
–
Motoras aan de kant van de ventilator met een
schroevendraaier doordraaien en controleren of deze soepel
loopt.
Schroevendraaier verwijderen.
–
Klantenservice op de hoogte brengen en de
inhangtegenstroominstallatie laten controleren.
Schroevendraaier verwijderen.
–
Stroomtoevoer opnieuw herstellen.
Controleren of de inhangtegenstroominstallatie slechts eenmaal
ingeschakeld wordt.
–
Wachten totdat de motor afgekoeld is. Aansluitend de mo-
torbeveiligingsschakelaar resetten.
–
Stroomtoevoer, zekeringen en stroomopname door een
elektricien laten controleren.
–
Als het wikkelingsbeschermingscontact of de
motorbeveiligingsschakelaar de motor opnieuw uitschakelt,
klantenservice op de hoogte brengen.
Mogelijke oorzaak
- Lucht in het
systeem
- Zuigleiding niet
dicht
- Ontluchtingskraan
niet dicht of niet
gesloten
Oplossing
Schroefverbindingen
controleren,
eventueel
dichtingen
vervangen.
Pomp ontluchten. Zie
hoofdstuk 6.1,
bladzijde 115.
05/2013