7
Bediening
7.1
Inhangtegenstroominstallatie bedienen
7.1.1
De installatie in- en uitschakelen
7.1.2
Functie van de luchtregeling
7.1.3
Verlichting Aan-Uit
7.1.4
Nozzle instellen
7.1.5
De kap is niet begaanbaar
Beschadiging van de kap.
7.1.6
Optimale werking van de installatie
Bij een niet-optimaal waterpeil is het mogelijk dat de installatie niet
correct werkt.
05/2013
VG 766.2330.061
Het in- en uitschakelen van de installatie geschiedt door het
drukken op de pneumatische schakelaar, welke is ingebouwd in de
afscherming. Zie ook bladzijde 129 afb. 10.
De luchtregeling maakt het mogelijk om via de nozzle lucht aan te
zuigen om zo een jacuzzi-effect te verkrijgen. Zie ook bladzijde 129
Afb. 10.
Het in- en uitschakelen van de omgevingsverlichting geschiedt door
het drukken op de pneumatische schakelaar, welke is ingebouwd in
de afscherming. Zie ook bladzijde 129 afb. 10.
De richting van de nozzle kan ingesteld worden. Normaal moet de
nozzle horizontaal of een beetje naar boven ingesteld worden. Op
deze manier wordt het grootste effect voor zwemmen in
tegenstroom bereikt.
De nozzle voor inbedrijfname linksom draaien en volledig openen.
Niet over de kap lopen of andere belastingen uitoefenen.
Niet als startblok gebruiken.
Op het optimale waterpeil letten. Zie bladzijde 130 afb. 13 en
markering op de installatie).
7 Bediening
NL 117