Maaien Op Hellingen; Algemene Veiligheidsaanwijzingen - Cub Cadet L20 Manual Del Usuario

NL
¾ Ga nooit voor de openingen, waar het gras
wordt uitgeworpen, staan.
¾ Zet de motor uit en trek de contactsleutel
eruit, voordat u blokkades oplost of
verstoppingen in het uitwerpkanaal verhelpt.

Maaien op hellingen

¾ Maai of rijd niet op hellingen, die een
hellingshoek van meer dan 20 % hebben.
¾ Rijd hellingen altijd op en neer en rijd niet
dwars over de helling. Keer niet op een
helling. Het werken op taluds is gevaarlijk. De
machine kan kantelen of wegglijden.
¾ Rij op taluds altijd zo zacht mogelijk en rem
voorzichtig. Bij het omlaag rijden de motor
gekoppeld laten en langzaam rijden. Wees uiterst
voorzichtig bij het veranderen van richting.
¾ Gebruik op hellingen met een
hellingshoek van meer dan 9 % geen
zware aanbouwapparaten zoals bijv.
transportaanhangers of graswalsen.
Na het gebruik
Wanneer u de zitting van het apparaat verlaat,
Î
schakelt u de motor altijd uit. Altijd de contacts-
leutel verwijderen en de parkeerrem inschakelen.
¾ Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven vrij zijn
van vuil.
¾ Laat de motor afkoelen, voordat u het
apparaat wegzet.
Voor alle werkzaamheden aan de machine
¾ Bescherm u tegen verwondingen, door vóór
alle werkzaamheden aan het apparaat
- de motor uit te schakelen,
- de contactsleutel eruit te trekken,
- de parkeerrem in te schakelen,
- Af te wachten, tot alle bewegende delen volledig
tot stilstand zijn gekomen,
- Te wachten, totdat de motor is afgekoeld,
- de bougiestekker bij de motor eruit te trekken,
zodat per ongeluk starten van de motor voorko-
men wordt.

Algemene veiligheidsaanwijzingen

¾ Laat de motor nooit in gebouwen of in slecht
geventileerde gebieden draaien. Levensgevaar
door koolmonoxidevergiftiging!
72
Veiligheidsaanwijzingen
¾ Vervangingsonderdelen en toebehoren
moeten voldoen aan de door de fabrikant
vastgelegde eisen. Gebruik daarom alleen
originele reserveonderdelen / toebehoren of door
de fabrikant goedgekeurde reserveonderdelen
/ toebehoren. Neem bij het vervangen altijd de
meegeleverde inbouwinstructies in acht. Het
gebruik van niet door de fabrikant vrijgegeven
reserveonderdelen of toebehoren kan een
aanzienlijk veiligheidsrisico vormen.
¾ Laat reparaties uitsluitend door
een gekwalificeerd vakman of een
gespecialiseerde werkplaats uitvoeren.
¾ Neem geen passagier op het apparaat
mee. De machine is niet goedgekeurd voor
personenvervoer.
¾ Dit apparaat is bestemd voor de verzorging
van gazons en grasvelden in de privésector.
Vanwege gevaar voor lichamelijk letsel van de
gebruiker of andere personen, mag de machine
niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
¾ Gebruik de machine alleen bij daglicht of
bij goede kunstmatige verlichting. Houd uw
werkgebied schoon en goed verlicht.
¾ Laat alle onderhoudswerkzaamheden altijd op
tijd uitvoeren, om de machine in een veilige
gebruikstoestand te houden.
¾ Uitlaat en motor worden heet en kunnen
brandwonden veroorzaken. Niet aanraken!
¾ Gebruik de machine alleen bij droog weer. De
machine niet blootstellen aan regen of nattigheid.
In vochtig gras kan het apparaat door minder grip
op de grond slippen.
¾ Gebruik de machine niet bij regen of gevaar
voor onweer.
¾ Gebruik de machine nooit zonder motorkap of
met een open motorkap.
¾ Ga voorzichtig met brandstof om. Brandstof-
en benzinedampen zijn explosief en brandstof
is licht ontvlambaar. Tank de machine nooit
bij draaiende of hete motor. Tank het apparaat
alleen in de open lucht. Bewaar brandstof
alleen in daarvoor goedgekeurde tanks en
nooit in de buurt van een verwarmingsbron bijv.
ovens of boilers). Laat een beschadigde uitlaat,
brandstoftank of tankdop vervangen.
¾ Start de motor niet, als brandstof is
overgelopen. Schuif het apparaat weg van het
met brandstof vervuilde oppervlak en wacht tot
de brandstofdampen vervlogen zijn.
¾ Om brandgevaar te voorkomen, de motor,
de uitlaat, de accu en de brandstoftank
vrijhouden van gras en lekkende olie.
¾ Ook de aanwijzingen in het motorhandboek
opvolgen.
Veiligheidsaanwijzingen