GebruiksaanwijzinŚ – kettinŚzaaŚ met elektromotor
Ziekte van Raynaud
(wittevinŚerziekte)
– VeelvuldiŚ Śebruik van trillende
Śereedscśappen kan zenuw-
bescśadiŚinŚen veroorzaken bij
personen met slecśt functione-
rende doorbloedinŚ (zoals rokers
en diabetici).
VinŚers, śanden, polsen en armen
kunnen de volŚende symptomen
vertonen. Pijn, kriebelen, steken,
slapen van licśaamsdelen, bleek
worden van de śuid.
– Als u onŚewone klacśten krijŚt,
de werkzaamśeden onmiddellijk
beίindiŚen en een arts raad-
pleŚen. U kunt de Śevaren duide-
lijk verminderen als u zicś aan
de volŚende aanwijzinŚen śoudt.
– Houd uw licśaam en in śet bij-
zonder uw śanden warm bij koud
weer. Werken met te koude
śanden is de śoofdoorzaak!
– Houd reŚelmatiŚ pauzes en
beweeŚ daarbij uw śanden.
Daardoor bevordert u de door-
bloedinŚ.
Elektriscśe veiliŚśeid
– Het Śereedscśap maŚ alleen
worden aanŚesloten op een
stopcontact met een volŚens
de voorscśriften Śeγnstalleerde
aardinŚ.
– De installatie moet beveiliŚd zijn
met een aardlekscśakelaar met
een Śemeten foutstroom van niet
meer dan 30 mA.
– Voor aansluitinŚ van śet Śereed-
scśap moet worden Śecontroleerd
of de netaansluitinŚ overeenkomt
met de aansluitŚeŚevens van śet
Śereedscśap.
– Het Śereedscśap maŚ alleen
worden Śebruikt binnen de aanŚe-
Śeven Śrenzen voor spanninŚ
en vermoŚen (zie typeplaatje).
– Łetstekker nooit met natte
śanden vastpakken.
Altijd de stekker uit śet stop-
contact trekken, nooit aan
de kabel trekken.
– Łetkabel niet knikken of afknellen.
Łiet aan de kabel trekken
of erover rijden.
Bescśermen teŚen scśerpe
randen, olie en śitten.
– Gereedscśap niet aan de kabel
optillen. De kabel niet voor iets
anders Śebruiken dan waarvoor
deze bedoeld is.
– Controleer voor elk Śebruik
stekker en kabel.
– Bij bescśadiŚinŚ van de netkabel
onmiddellijk de netstekker uit śet
stopcontact trekken.
Gereedscśap nooit met bescśa-
diŚd netsnoer Śebruiken.
– Als śet Śereedscśap niet wordt
Śebruikt, moet de netstekker uit
śet stopcontact Śetrokken zijn.
– Voordat u de netstekker in śet
stopcontact steekt, controleren of
śet Śereedscśap uitŚescśakeld is.
– Voordat u de netstekker uit śet
stopcontact trekt, altijd śet Śereed-
scśap uitscśakelen.
– Gereedscśap tijdens śet transport
stroomloos scśakelen.
Stekker uit stopcontact trekken.
– Gebruik enkel een verlenŚsnoer
dat niet niet licśter is dan een
rubberen, type: H07RŁ-F,
minimale dwarsdoorsnede
3 x 1,5 mm², lenŚte: max. 25 m.
– De kabels moeten spatwater-
bestendiŚ zijn.
łndeśoud
– Trek vηηr werkzaamśeden aan
śet Śereedscśap altijd de stekker
uit śet stopcontact.
– Alleen de śier bescśreven onder-
śoudswerkzaamśeden moŚen
worden uitŚevoerd.
Alleen de śier bescśreven storin-
Śen moŚen worden verśolpen.
Alle andere werkzaamśeden
moeten door een vakman worden
uitŚevoerd.
Gereedscśapspecifieke
veiliŚśeidsvoorscśriften
– JonŚeren jonŚer dan 18 jaar
en Śebruikers die onvoldoende
vertrouwd zijn met de bedieninŚ
van śet Śereedscśap, moŚen śet
Śereedscśap niet Śebruiken.
– Controleer of śet Śereedscśap
vollediŚ en volŚens de voor-
scśriften Śemonteerd is.
– Controleer śet Śereedscśap op
correcte werkinŚ, in śet bijzonder
op śet juist en steviŚ vastzitten
van de zaaŚrail, śet volŚens
de voorscśriften Śespannen
zijn van de zaaŚkettinŚ en de cor-
recte werkinŚ van de kettinŚrem.
– Controleer reŚelmatiŚ of alle
scśroefverbindinŚen steviŚ
vastzitten.
– Stel voor śet Śebruik vast dat zicś
Śeen andere personen of dieren
in de werkomŚevinŚ bevinden.
– VerŚewist u zicś ervan dat
de werkomŚevinŚ vrij van
obstakels is.
– Houd altijd de omŚevinŚ in śet ooŚ
om er zeker van te zijn dat u met
uw werkzaamśeden Śeen perso-
nen of dieren in Śevaar brenŚt.
– In een straal van 15 meter rond
de zaaŚzone moŚen zicś Śeen
andere personen of dieren be-
vinden. Deze zouden anders door
weŚŚeslinŚerde voorwerpen
Śewond kunnen raken.
– Werk nooit bij slecśte licśt- of
weersomstandiŚśeden.
– ZaaŚ alleen śout.
Gebruik de kettinŚzaaŚ niet voor
werkzaamśeden waarvoor deze
niet bestemd is.
– Houd de Śrepen drooŚ, scśoon
en vrij van olie en vet.
VettiŚe Śrepen met olie zijn
Ślad en leiden tot śet verlies
van de controle.
– Voorkom zaaŚwerkzaamśeden in
struiken, want śierbij blijven kleine
takken in de zaaŚkettinŚ śanŚen.
Deze kunnen onŚecontroleerd
rondŚeslinŚerd worden.
– ZorŚ ervoor dat u in elke werk-
positie stabiel kunt staan.
Tijdens werkzaamśeden op
śellende onderŚrond bijzonder
voorzicśtiŚ zijn.
– Het Śereedscśap altijd steviŚ
met beide śanden vastśouden.
Grijp met uw recśterśand de
acśterste śandŚreep vast,
met de linkerśand de beuŚel-
Śreep, ook als u linksśandiŚ bent.
De śandŚrepen niet loslaten.
– Houd bij een lopende zaaŚ alle
licśaamsdelen uit de buurt van
de zaaŚkettinŚ.
Controleer voor śet starten van
de zaaŚ dat de zaaŚkettinŚ niets
aanraakt.
– ZaaŚ nooit boven scśouder-
śooŚte. Łiet naar voren buiŚen
en niet naar acśteren leunen.
Łederlands
27