opwaardeerstand wilt gebruiken, de accu in de lader en laat
de accu ten minste 8 uur in de lader zitten.
Belangrijke opmerkingen over laden
De langste levensduur en de beste prestaties kunnen
u
worden bereikt als de accu wordt opgeladen bij een
luchttemperatuur tussen 18 °C – 24 °C. LAAD DE ACCU
NIET OP bij een luchttemperatuur lager dan +4,5 °C of
hoger dan +40 °C. Dit is belangrijk en zal voorkomen dat
de accu ernstig beschadigd raakt.
De lader en de accu zullen tijdens het laden bij aanraking
u
misschien warm aanvoelen. Dit is normaal en wijst niet op
een probleem.
Plaats de accu en de lader na gebruik niet in een warme
u
omgeving, zoals een metalen schuur of een niet-
geïsoleerde aanhangwagen, laat ze op een koele plaats
afkoelen.
Als de accu niet goed wordt opgeladen:
u
Controleer de werking van het stopcontact door een
u
lamp of een ander apparaat aan te sluiten;
Controleer of het stopcontact is aangesloten op
u
een lichtschakelaar, die het stopcontact stroomloos
maakt wanneer u het licht uitdoet;
Verplaats de lader en de accu naar een locatie
u
waar de omgevingstemperatuur tussen ongeveer
18 °C – 24 °C ligt;
Als de problemen met het laden aanhouden, breng dan
u
het gereedschap, de accu en de lader naar het
servicecentrum bij u in de buurt.
De accu moet worden opgeladen wanneer de accu
u
niet voldoende vermogen levert voor taken die eerder
gemakkelijk konden worden uitgevoerd. WERK NIET
LANGER met het apparaat in deze omstandigheden. Volg
de procedure voor het laden. U kunt ook een gedeeltelijk
lege accu opladen, wanneer u dat maar wilt, zonder dat
dat negatieve gevolgen heeft voor de accu.
Vreemde materialen met geleidende eigenschappen,
u
zoals, maar niet bij uitsluiting, slijpstof, metaalsnippers,
staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping van metalen
deeltjes moeten uit de uitsparingen van de lader worden
gehouden. Trek de stekker van de lader uit het stopcon-
tact voordat u de lader gaat reinigen.
Laat de lader niet bevriezen en dompel de lader niet onder
u
in water of andere vloeistoffen.
De accu plaatsen en verwijderen (afb. D, E)
Plaats de accu (15) door deze op één lijn te plaatsen met
u
het contragedeelte op het gereedschap (22). Schuif de
accu in het vak en duw tot de accu op z'n plaats klikt.
Duw, wanneer u de accu wilt verwijderen, op de
u
ontgrendelingsknop (15a) en trek tegelijkertijd de accu uit
het vak, zoals wordt getoond in afbeelding E.
(Vertaling van de originele instructies)
Een zaagblad verwisselen of een nieuw zaagblad
plaatsen (Afb H, I, J)
Waarschuwing! Beperk het risico van ernstig persoonlijk
letsel: zet het gereedschap uit en neem de accu uit, voordat
u het gereedschap vervoert, een aanpassing uitvoert of
hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Wanneer de
machine per ongeluk wordt gestart, kan dat leiden tot letsel.
Het zaagblad uitnemen
Verwijder de accu (15) uit de zaag.
u
Breng de arm in de hoogste stand en haal de onderste
u
beschermkap (4) zo ver mogelijk omhoog.
Draai de voorste schroef van de beugel van de besch-
u
ermkap los, maar verwijder de schroef (24) niet, tot de u
beugel (25) zover omhoog kunt zetten dat u toegang krijgt
tot de schroef (26) van het zaagblad. De onderste besch-
ermkap zal omhoog blijven staan als gevolg van de positie
van de schroef van de beugel van de beschermkap.
Druk de asvergrendelingsknop (28) in terwijl uw voor-
u
zichtig het zaagblad (29) met de hand ronddraait tot de
vergrendeling ingrijpt.
Houd de knop ingedrukt, en draai met de andere hand
u
met de zeskantige zijde van de bijgeleverde steeksleu-
tel de schroef (26) van het zaagblad los. (Naar rechts
draaien, linkse draad.)
Verwijder de schroef (26) van het zaagblad met de
u
zeskantige zijde van de bijgeleverde steeksleutel, en ook
de buitenste klemring (30) en het zaagblad (29). De bin-
nenste klemring (31) kan op de as (32) blijven zitten.
Het zaagblad plaatsen
Verwijder de accu (15) uit de zaag.
u
Plaats, met de arm in een de bovenste stand, de onderste
u
beschermkap (4) geopend en de beugel (25) van de
beschermkap naar boven, het zaagblad (29) op de as (32)
en tegen de binnenste zaagbladklem (31), met de tanden
van het zaagblad wijzend in de rotatierichting, zoals op de
zaag wordt vermeld.
Plaats de buitenste klemring (30) op de as (32).
u
Plaats de zaagbladschroef (26) en draai de schroef (26)
u
stevig vast met de bijgeleverde steeksleutel, terwijl u
de asvergrendeling (28) vastzet (draai naar links, linkse
draad).
Zet de beugel (25) van de beschermkap in de oorspron-
u
kelijke geheel neerwaartse positie en zet de schroef (24)
van de beugel van de beschermkap stevig vast, zodat de
beugel op z'n plaats vastzit.
Geleidingssysteem van de zaaglijn
Waarschuwing! Kijk niet direct in het werklicht. Dit kan tot
ernstig oogletsel leiden.
Opmerking: De accu moet opgeladen zijn en in de verstek-
zaag zijn gezet.
NEDERLANDS
75