Noot:
Deze waarden gelden voor een voedingsspanning die identiek is
aan de aangewezen spanning. Door de trekker kort aan te
spannen, zonder boogvorming, kan men de nullastspanning aflezen
op het beeldscherm.
300 BLX
Spanningen
CM5
tensions
1
16,7 V
2
17,5 V
3
18,4 V
4
19,6 V
5
20,8 V
6
22,1 V
7
23,7 V
8
25,4 V
9
27,3 V
10
29,9 V
11
32,6 V
12
35,6 V
4.
Ontgassing en draadaanvoer (DK 10)
Met de drukknop verkrijgt men toegang tot de functies ontgassing en
handmatige draadaanvoer.
x
x
x
5.
Potentiometer (P2)
De functie van de potentiometer hangt af van de positie van de
cyclusschakelaars (CM3).
x
In 2T- of 4T-modus:
Afhankelijk van de positie van CM4 laat de afstellingpotentiometer
toe:
- de haspelsnelheid te wijzigen tussen 1 en 20 m/min.
- de afgestelde draadsnelheid, de dikte van de plaat of de posities
van de spanningsschakelaars en de positie van de smoorspoel te
tonen, indien de modus afstellinghulpmiddel geactiveerd is (zie §
3).
x
In punt- of intervalmodus:
Met de potentiometer kan men de puntlastijden of stoptijden van 0
tot 10 sec. afstellen.
x
In de modus instelling van de parameters van het
afstellinghulpmiddel:
Met de potentiometer kan men de waarden van de parameters
selecteren.
Noot:
Bij de afzonderlijke versies vervangt de optie potentiometer op
haspelaar de afstelling van de draadsnelheid op de generator. De
potentiometer (P2) van de generator is slechts nuttig in de punt- of
intervalmodus om de tijden te regelen.
Opdat hij gedetecteerd zou worden, moet de potentiometer van de
haspelaar, bij het inschakelen van de generator, in een stand staan
die verschillend is van 0.
8
400 BLX
CM6
A
CM5
1
16,7 V
2
17,1 V
3
17,6 V
4
17,9 V
5
18,4 V
6
18,9 V
7
19,4 V
8
19,9 V
9
20,4 V
10
20,8 V
ontgassing: de functie is toegankelijk door kort op de knop
te drukken (minder dan 0,5 sec.); het ontgassen van het
circuit duurt 7 sec.; de resterende tijd wordt weergegeven.
handmatig haspelen van de draad: de functie is
toegankelijk door gedurende meer dan 0,5 sec. op de knop
te drukken. Het haspelen stopt, wanneer men de drukknop
loslaat. De snelheid van het handmatige haspelen van de
draad komt overeen met de door P2 geregelde
haspelsnelheid.
De functie is ook toegankelijk tijdens het ontgassen.
in de initialisatiemodus van het afstellinghulpmiddel: laat
toe van één parameter naar een andere over te gaan.
Not :
Aceste valori se aplic la o tensiune de alimentare identic
cu tensiunea alocat . O ap sare scurt pe piedic , f r a
amorsa arcul, permite citirea tensiunii în gol pe afiúaj.
B
C
CM5
21,5 V
30 V
22,2 V
31,3 V
22,8 V
32,6 V
23,5 V
33,9 V
24,3 V
35,6 V
25,1 V
37,2 V
25,9 V
39 V
26,8 V
41,3 V
27,8V
43,5 V
28,7V
45,8 V
Butonul de ac ionare permite accesul la func iile de golire a gazului úi de
avans manual al firului.
x
x
x
Func ia poten iometrului depinde de pozi ia comutatoarelor de ciclu
(CM3).
x
În mod 2T sau 4T:
În func ie de pozi ia CM4, poten iometrul de reglaj permite:
-
-
x
În modul punctiform sau intermitent :
Poten iometrul permite reglarea timpilor de punct sau de oprire de
la 0 la 10 sec.
x
În modul parametraj al asisten ei pentru reglaje :
Poten iometrul permite selectarea valorilor parametrilor.
Not :
În cazul unor versiuni separate, op iunea poten iometrului pe
cabestan înlocuieúte reglajul vitezei firului pe generator.
Poten iometrul (P2) al generatorului nu este util decât în modul
punctiform sau intermitent pentru a regla timpii.
Pentru a fi detectat, poten iometrul cabestanului trebuie s fie într-o
pozi ie diferit de 0 la activarea generatorului.
500 BLX
CM6
A
B
1
15,8 V
20,9 V
2
16,2 V
21,7 V
3
16,6 V
22,4 V
4
17,1 V
23,1 V
5
17,5 V
24 V
6
18 V
24,8 V
7
18,5 V
25,6 V
8
19,1 V
26,7 V
9
19,7 V
27,9 V
10
20,2 V
29 V
4.
Golirea gazului úi avansul firului (BP 10)
golirea gazului: func ia este accesibil printr-o ap sare
scurt (mai pu in de 0,5 sec), golirea circuitului de gaz
dureaz 7 sec úi durata r mas este afiúat
derularea manual a firului: func ia este accesibil printr-o
ap sare continu care dureaz mai mult de 0,5 sec.
Derularea se opreúte odat cu eliberarea butonului de
ac ionare. Viteza de derulare manual a firului corespunde
vitezei de derulare reglat prin P2. Func ia este, de
asemenea, accesibil în timpul golirii gazului.
în modul de ini ializare a asisten ei pentru reglaje:
permite trecerea de la un parametru la altul.
5.
Poten iometrul (P2)
modificarea vitezei de derulare între 1 úi 20 m/min.
afiúajul vitezei firului reglat , a grosimii tablei sau a pozi iilor
comutatoarelor de tensiune úi a inductan ei dac modul de
asisten pentru reglaje este activat (vezi § 3.3).
300 / 400 / 500
SAFMIG
C
30,4 V
31,9 V
33,6 V
35,1 V
37,2 V
39 V
41,1 V
44,1 V
47,5 V
50,4 V
BLX