7.2 Mogelijke elektrische storingen
Storingen
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld (groene LED "uit")
Niet correcte uitgangsstroom
(groene LED "aan")
Geen uitgangsstroom
(groene LED "aan")
In geval van twijfel of bij problemen, aarzel niet de dichtst
bijzijnde technische dienst te raadplegen.
8.0 NOODZAKELIJK GEWOON ONDERHOUD
Vermijdt accumulatie van metaaldeeltjes in de omgeving en op
de koelgleuven van het apparaat.
Onderbreek de netspanning naar de installatie
voor elke tussenkomst.
De volgende periodieke controles van de genera-
tor moeten uitgevoerd worden:
* Reinig het toestel binnenin met perslucht onder
lage druk en een soepele borstel.
* Controleer de elektrische aansluitingen en alle
verbindingskabels.
* Controleer de temperatuur van de onderdelen en ver-
zeker u ervan dat deze niet te hoog is.
* Draag steeds handschoenen die voldoen aan de veili-
gheidsvoorschriften.
* Gebruik de geschikte sleutels en gereedschappen.
OPMERKING: Bij gebrek aan dit onderhoud, vervalt de
garantie en wordt in ieder geval de fabrikant van alle aan-
sprakelijkheid ontheven.
9.0 ALGEMENE INFORMATIE OVER
LASTECH-NIEKEN
9.1 Lassen met beklede elektrodes (MMA)
Voorbereiden van de lasnaden
Om een goede las te bekomen dient men steeds te werken op
zuivere onderdelen, zonder oxidatie, roest of enig andere veron-
treiniging.
Keuze van de elektrode
De diameter van de te gebruiken elektrode hangt af van de
dikte van het materiaal, van de positie, van het type naad en
van het type voorbereiding van het te lassen voorwerp.
Elektrodes met grote diameter vereisen zeer hoge lasstromen
wat vanzelfsprekend grote warmtetoevoer gedurende het lassen
tot gevolg heeft.
Type van coating
Eigenschappen
Rutile
Gemakkelijk in
gebruik
Acid
Vlugge smelting
Basisch
Mechanische
eigenschappen
Staal
Voor staal
Gietijzer
Voor gietijzer
44
Oorzaken
1) Geen spanning op de
netstekker.
2) Voedingskabel of
netstekker defect.
1) Netspanning te laag.
2) Potentiometer regeling
lasstroom defect.
1) Oververhitting van het
toestel (gele LED "aan").
Wachten tot het apparaat is
afgekoeld. terwijl het toe-
stel ingeschakeld blijft.
Gebruik
In alle posities
Vlak
In alle posities
In alle posities
In alle posities
Keuze van de lasstroom
Het bereik voor de lasstroom voor een bepaald type van elek-
trode staat vermeld op de verpakking.
Starten en aanhouden van de boog
Men start de boog door met de punt van de elektrode het werk-
stuk, dat met de massakabel verbonden is, aan te tikken. Eens
de boog ontstaan is trekt men de elektrode snel terug op nor-
male lasafstand.
Meestal zal een verhogen van de lasstroom t.o.v. de basis waar-
de (Hot Start) het starten van de boog vergemakkelijken.
Eens de boog gevormd is zal het middelste deel van de elektro-
de beginnen smelten en onder vorm van druppels zich afzetten
op het werkstuk. Het buitenste van de elektrode, de bekleding,
wordt ontbonden en het gas dat vrijkomt dient als bescherming
voor de las.
Om te vermijden dat de druppels gesmolten materiaal de boog
uitdoven door kortsluiting van de elektrode met de gesmolten
massa wanneer deze te dicht bijeen komen zal een tijdelijke
verhoging van de lasstroom, zolang de kortsluiting duurt, zeer
nuttig zijn (Arc Force).
Als de elektrode aan het te lassen voorwerp plakt kunt u het
beste de kortsluitstroom zoveel mogelijk beperken (antisticking).
Uitvoeren van de las
De hellingshoek van de elektrode varieert volgens het aantal
doorgangen. De elektrode beweegt oscillerend en stopt aan de
rand van de lasnaad om overtollig ophopen van materiaal in het
midden te voorkomen.
Schema 4
Verwijderen van de slakken
Het lassen met beklede elektrodes houdt in dat men na elke
lasdoorgang de slakken moet verwijderen.
Het verwijderen van de slakken gebeurt met een kleine hamer
of met een borstel als de slakken brokkelig zijn.