Gevulde pralines
Smelt de chocolade zoals hierboven beschreven en giet hem in
de vormen. Let erop dat voor het maken van pralines de diepe-
re vormen het meest geschikt zijn.
Zet de vormen na het gieten van de gesmolten chocolade niet in
de koelkast.
In plaats daarvan, draai de vormen om en giet de dikvloeibare
chocolade op bakpapier. Deze chocolade kan daarna weer ges-
molten en opnieuw gebruikt worden.
In elke vorm blijft nu een chocoladeomhulsel over. Plaats deze in
de koelkast totdat ze hard zijn. Daarna kunt u de omhulsels vul-
len. Voor licht vloeibare vullingen raden wij u aan een spuitzakje
te gebruiken. Er moet steeds een afstand van minimum 2 mm
overblijven tussen de vulling en de bovenrand van het omhulsel
zodat de bodem van de praline stabiel is.
Giet nu nog wat chocolade in de vormen. Schud de vormen
lichtjes om de luchtbellen te verwijderen en spreid de chocola-
de aan de hand ven de spatel uit.
Plaats het geheel in de koelkast tot de pralines goed hard zijn.
Hier zijn enkele voorbeelden van vulling: pudding, yoghurt, mar-
sepein, advocaat of cocktailfruit, smarties, nootjes of ook rozi-
jntjes.
De kleur van de chocolade die u gebruikt bepaalt de kleur van
uw pralines.
Chocoladefondue
Plaats de temperatuurschakelaar op stand 1 en smelt de choco-
lade. U kunt de smaak van de gesmolten chocolade nog verfij-
nen door slagroom, vanille of rum-aroma toe te voegen.
Snijd fruit zoals appels, peren, bananen, ananas of mandarijnen
in blokjes en dompel ze aan de hand van de fonduevorkjes in de
chocolade.
Uiteraard zijn ook kersen of gombeertjes geschikt.
Nadat u de fruitstukjes in de chocolade hebt ondergedompeld
kunt u ze er meteen weer uithalen. Draai uw fonduevorkje enke-
le keren zodat de overvloedige chocolade in de kuip kan drup-
pen terwijl de rest van de chocolade op de fruitstukjes harder
wordt. U kunt de smaak van deze "hapjes" nog verfijnen door
gekleurde hagelslag of geraspte nootjes toe te voegen.
ONDERHOUD
_______________________________________________________________________
• Haal de stekker uit het stopcontact en laat het toestel afkoelen
vooraleer u het reinigt.
• Reinig het toestel enkel met een vochtige zachte doek. U kunt
de kuip met water reinigen.
• Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het toestel binnendringt.
• Reinig het toestel en de accessoires nooit met scherpe
voorwerpen. Gebruik nooit schuurmiddelen of bijtende
detergenten.
• Dompel het toestel nooit onder in water!
15