buurt van gordijnen of meubilair is geplaatst om het
risico op brand te voorkomen.
18. Het verwarmingstoestel mag niet onmiddellijk onder
een stopcontact worden gebruikt.
19. Steek geen voorwerpen in de uitlaatroosters of
luchtinlaten van de verwarming.
20. Gebruik
ontvlambare vloeistoffen zijn opgeslagen of waar
ontvlambare dampen aanwezig kunnen zijn.
21. Ben uiterst voorzichtig wanneer de verwarming in
ruimtes is geplaatst waar kinderen of mindervalide
personen aanwezig zijn.
22. Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u de
verwarming van de ene naar de andere plek verplaatst.
23. Gebruik de verwarming niet wanneer de voedingskabel
beschadigd is geraakt. De voedingskabel moet in dit
geval worden vervangen door een gekwalificeerd
persoon.
24. Gebruik deze verwarming niet direct in de buurt van een
badkuip, douche of zwembad.
25. WAARSCHUWING: Bedek de verwarmer niet, om
oververhitting te vermijden.
26. Het apparaat dient niet bediend te worden door middel
van een externe tijdschakelaar of door middel van een
apart systeem met afstandsbediening.
27. Dit apparaat is niet geschikt om in te bouwen in
voertuigen en machines.
28.
de
verwarming
betekent "NIET BEDEKKEN".
niet
in
- 88 -
ruimtes
waar