NEDERLANDS
Gehoorbeschadiging.
u
Ongelukken veroorzaakt door de niet-afgeschermde delen
u
van het ronddraaiende zaagblad.
Lichamelijk letsel bij het vervangen van het zaagblad.
u
Afknellen van de vingers bij het openen van de
u
beschermkappen.
Elektrische veiligheid
#
Het gereedschap is dubbel geïsoleerd. Een aardaansluiting is
daarom niet noodzakelijk. Controleer altijd of de netspanning
overeenkomt met de waarde op het typeplaatje. Probeer de lader
nooit te vervangen door een normale netstekker.
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden
u
vervangen door de fabrikant of een Stanley Fat
Max-servicecentrum om gevaren te voorkomen.
Spanningsvallen
Inschakelprocessen veroorzaken kortstondige
spanningsvallen. Onder ongunstige omstandigheden
in de stroomvoorziening kunnen andere apparaten
nadelig worden beïnvloed.
Indien de impedantie van de stroomvoorziening lager
is dan 0.12 Ω, is de kans op een storing nagenoeg
uitgesloten.
Waarschuwingssymbolen
Het gereedschap is voorzien van de volgende symbolen:
:
Waarschuwing! De gebruiker moet de
instructiehandleiding lezen om het risico op letsel
te verminderen.
O
Draag altijd een veiligheidsbril.
N
Draag altijd gehoorbescherming.
Onderdelen
Dit gereedschap kan de volgende onderdelen bevatten:
A. Borgketting
B. Schroef vonkendeflector
C. Vonkendeflector
D. Voet
E. Geleider
F. Bankschroef
G. Steeksleutel
H. Handgreep
I. Hendel bankschroef
J. Zaagblad
K. Beschermkap
L. Spilvergrendeling
M. Bout en borgmoer diepteregelaar
38
(Vertaling van de originele instructies)
N. Aan/uit-schakelaar
O. Opening voor hangslot
P. Geleiderbouten
Montage
Waarschuwing! Zet het gereedschap uit en haal de stekker
uit het stopcontact voordat u aanpassingen gaat doorvoeren
of hulpstukken of accessoires gaat installeren. Zorg ervoor dat
de aan/uit-schakelaar in de stand OFF staat. Voer geen
aanpassingen uit als het zaagblad draait.
Een zaagblad plaatsen en verwijderen (fig. 7 – fig.
8)
Druk de spilvergrendeling (L) in.
u
Draai het zaagblad (J) totdat dit vastklikt.
u
Gebruik de steeksleutel (G) om de bout (S) linksom los te
u
draaien en verwijder de borgring (T) en de opsluitring (U).
Controleer of de pasring (R) tegen de opsluitring zit.
u
Vervang het zaagblad (J). Zorg ervoor dat u het nieuwe
u
zaagblad in de juiste draairichting op de pasring (R)
plaatst.
Zet het zaagblad vast met de opsluitring (U), de borgring
u
(T) en de bout (S).
Druk de spilvergrendeling (L) in.
u
Draai het zaagblad (J) totdat dit vastklikt.
u
Gebruik de steeksleutel (G) om de bout (S) rechtsom vast
u
te draaien.
Duw de beschermkap omlaag en ontgrendel de
u
spilvergrendeling (L).
Pas indien nodig de zaagdiepte aan.
u
De zaagdiepte instellen (fig. 1)
U kunt de zaagdiepte aanpassen aan de slijtage van het
zaagblad.
Draai het zaagblad met de hand rond terwijl het apparaat
u
is uitgeschakeld en controleer de speling.
Ga als volgt te werk als het blad moet worden afgesteld:
u
Draai de borgmoer (M) een paar slagen los.
u
Draai de bout van de diepteregelaar (M) linksom of
u
rechtsom om de gewenste zaagdiepte in te stellen.
Draai de borgmoer (M) vast.
u
Waarschuwing: zet de diepteregelaar altijd in de
uitgangspositie wanneer u het zaagblad gaat vervangen.
Het werkstuk vastklemmen (fig. 2 – fig. 4)
Het gereedschap is uitgerust met een bankschroef (F).
Duw de hendel (I) in de richting van de handgreep (H).
u
Duw de bankschroef (F) naar voren totdat de wang bijna
u
het werkstuk raakt.
Duw de hendel (I) in de richting van de wang totdat deze
u
ingrijpt op de klemas.
Draai de handgreep (H) rechtsom en klem het werkstuk
u
stevig vast.