6159934960
Issue no: 06
3. AANZETTEN
Om de controller aan te zetten op "I" drukken, op
de knop aan de achterzijde.
Na een algemene controle van het systeem
verschijnt er op het scherm de volgende
informatie:
● Het type schroevendraaier.
● Type assemblage (zacht of hard).
● De tijd van de naderingsfase.
● Het aanhaalmoment.
4. MODUS PROGRAMMEREN
Om de programmeermodus aan te zetten,
gedurende 3 seconden op de knop "ESC"
drukken.
Om door het menu heen te lopen, op de pijltjes
▲ en ▼ drukken.
Om een instelling te selecteren, met de pijltjes
op de instelling gaan staan, vervolgens op de
knop "VALID" drukken. De regel gaat vervolgens
knipperen.
Om de instelling te wijzigen, op de pijltjes ▲ en
▼ drukken.
Om de instelling te wijzigen, opnieuw op de knop
"VALID" drukken.
Om de wijziging te annuleren, op de knop "ESC"
drukken.
Om de programmeermodus te verlaten, op
de knop "ESC" drukken totdat u weer op het
oorspronkelijke scherm bent.
5. PROGRAMMEERINSTELLINGEN
5.1. Model
Aangezien de schroevendraaier niet
automatisch herkend wordt, moet u deze
selecteren in het menu "MODEL".
Door deze selectie wordt het afstellen van
verschillende instellingen automatisch gewijzigd.
5.2. Niveau van het aanhaalmoment
Het gewenste aanhaalmoment wordt via een
percentage van het bereik van het draaimoment
ingesteld van het geselecteerde gereedschap.
Voor bijvoorbeeld een apparaat SLC 100,
bepaalt een instelling op 50 % voor vrij
aandraaien bepaalt een aandraaimoment van
ongeveer 6 Nm.
Deze waarde van het draaimoment moet
bevestigd worden een aangepast aan de hand
van bijvoorbeeld een ALPHA TESTER.
Het niveau van het aanhaalmoment wordt op het
beeldscherm aangeduid met "TORQUE LEVEL"
(aanhaalmoment).
88 / 188
5.3. Type verbinding
U dient het type verbinding te selecteren (hard of
zacht) waar het apparaat op werkt.
Een voorbeeld van een zachte verbinding is een
zelftappende schroef in plastic of in plaatijzer,
of een iso-schroef in vervormbaar materiaal
(platte naad...). Een voorbeeld van een harde
verbinding is een verbinding die bestaat uit
metalen onderdelen.
Indien het geselecteerde type verbinding
"SOFT" (zacht) is, zal de schroevendraaier op
de geselecteerde snelheid werken (zie 5.6).
Indien het type verbinding "HARD" is, zal de
schroevendraaier gedurende de ingestelde tijd
(zie 5.4) in de geselecteerde snelheid werken,
en vervolgens zal de snelheid automatisch
afnemen om uiteindelijk het ingestelde
aanhaalmoment te bereiken.
Indien het aanhaaltype niet juist
is, zal het schroefresultaat minder
nauwkeurig zijn.
5.4. Naderingstijd
Deze optie kan slechts gekozen worden indien
het geselecteerde aandraaitype "HARD" is.
In dat geval kunt u een tijd instellen tussen MIN
(de functie staat niet aan) en 10,0 seconden.
Deze tijd bepaalt hoe lang de schroevendraaier
op de ingestelde snelheid draait
(naderingssnelheid).
Zodra deze tijd eenmaal verstreken is, zal
de snelheid automatisch teruglopen tot
een waarde die door de controller bepaald
wordt (schroefsnelheid) die afhangt van het
aanhaalmoment.
De waarde van de naderingssnelheid wordt op
het beeldscherm aangeduid met de letter Z.
Het instellen van een
naderingssnelheid dient enkel voor
het verminderen van de draaitijd
van lange schroeven. Indien het
koppel tijdens deze fase bereikt
wordt (op hoge snelheid), is het
schroefresultaat minder precies. Om
dit te voorkomen, adviseren wij u
om met een korte naderingssnelheid
te beginnen en deze vervolgens
langzaam op te voeren totdat u een
optimale tijd heeft.
Indien het koppel tijdens deze fase bereikt
wordt, verschijnt het bericht NOK op het
beeldscherm en hoort u 3 biepjes.
Tegelijkertijd krijgt u de volgende foutmeldingen
te zien: "ERROR" en "TORQUE".
05/2020