4-3. Instellen van iedere functie
Het volgende stuk beschrijft de bediening van de schakelaars voor de BEDIENINGSMODUS,
TEMPERATUURINSTELLING, VENTILATORSNELHEID, INSTELLING LUCHTRICHTING, HORIZON-
TALE LUCHTSTROOM, VENTILATIE-INSTELLING en INSTELLINGEN EXTERNE TIMER.
Indien uw airconditioner niet is uitgerust met VENTILATORSNELHEID, INSTELLING LUCHT-
RICHTING, HORIZONTALE LUCHTSTROOM, VENTILATIE-INSTELLING en INSTELLINGEN
EXTERNE TIMER of een PROGRAMMA TIMER (los verkrijgbaar), begint de indicator te knipperen
wanneer de schakelaars voor deze functies worden bediend. De handeling wordt niet uitgevoerd.
"NIET BESCHIKBAAR" verschijnt echter niet op het INSTELSCHERM GEZAMENLIJKE BEDIE-
NING.
Als "CENTRAAL BEDIEND" knippert bij het bedienen van iedere schakelaar zegt de melding dat de
bediening verhinderd wordt door de hoofdbedieningseenheid.
Alle knipperende items in het INSTELSCHERM GEZAMENLIJKE BEDIENING verwijzen naar items
die kunnen worden ingesteld. Nadat de items zijn ingesteld houden ze op met knipperen, maar ze
blijven verlicht. De instellingen worden op alle groepen toegepast.
(1) Bedieningsmodus
1 Druk op de
• Iedere keer dat er op de
bedieningsmodus heen en weer tussen Koelen (
)> → Verwarmen (
<Auto (
de display als de binnenapparaten die in de diverse groepen zijn geregistreerd niet met deze
modi zijn uitgerust.
(2) Instelling temperatuur
1 Druk de
• De temperatuurinstelling wordt bijgesteld met 1°C wanneer er op de
temperatuurschakelaar wordt gedrukt. Wanneer u deze schakelaars ingedrukt houdt, verandert
de instelling met 1°C in een doorlopende stroom.
• De kamertemperatuur kan worden ingesteld binnen de volgende marges:
Koelen/Drogen:
Verwarmen:
Auto:
• De kamertemperatuur kan niet worden ingesteld voor de ventilatie.
• Al kan de temperatuur, ongeacht de bedieningsmodus op het instelscherm voor gezamenlijke
bediening, worden ingesteld tussen de 19°C en de 30°C, de uiteindelijke temperatuur is
gebaseerd op de bedieningsmodus voor iedere groep.
(3) Instelling ventilatorsnelheid
1 Druk op de
• De instellingen voor de ventilatorsnelheid variëren afhankelijk van het soort binnenapparaat.
Ventilatorsnelheid
2 fasen
4 fasen
De ventilatorsnelheid verandert zodra er op de schakelaar voor ventilatorsnelheid wordt gedrukt.
88
bedieningsmodus-schakelaar.
bedieningsmodus-schakelaar wordt gedrukt schakelt de
). De bedieningsmodi tussen haakjes (< >) verschijnen niet op
of
schakelaar voor instelling van de temperatuur.
schakelaar voor ventilatorsnelheid.
Display afstandsbedieningseenheid
Laag
Medium 2
) → Drogen (
19°C tot 30°C
17°C tot 28°C
19°C tot 28°C
Medium 1
Hoog
) → Ventileren (
) →
of de