Zodra u alle 7 weekdagen hebt ingesteld, dan
is de weken-timer actief. De indicaties A en B
branden resp. knipperen, naargelang functie.
Als de indicaties A en B continu branden,
betekent dat dat het geselecteerde programma
gebruikt wordt resp. dat het apparaat automatisch
uitschakelt.
Als de indicaties A en B knipperen, betekent
dat dat het geselecteerde programma nog niet in
gebruik is. Het apparaat schakelt dan na 30 secon-
den weer uit. De ventilator draait ondertussen na
tot de standby. De indicaties A en B knipperen
verder tot het programma automatisch start en het
apparaat inschakelt.
7.10 Deactiveren van de weken-timer
U kunt alle weken-timers deactiveren, door de
week-timer-toets 9 na de 'P6'-indicatie opnie-
uw in te drukken. Daarna gaat de indicatie op
het display uit.
Als alternatief kunt u de weken-timer-toets 9 in-
drukken en direct daarna de toets Annuleren 6 .
De week-timer kan ook worden gedeactiveerd,
als de aan-/uitknop 1 wordt ingedrukt, of als
de aan-/uitknop E vijfmaal wordt ingedrukt,
als het display B knippert.
7.11 Venster-open-herkenning
Instructie: De venstercontrole kan alleen bij een
gekozen verwarmingsniveau plaatsvinden, niet in
de ventilator-instelling.
Hierbij gaat het om herhaalde meetcycli
die met een duur van 10 minuten worden
doorlopen. Per cyclus worden een
startmeting, een eerste vergelijkende me-
ting na 5 minuten en een andere na
10 minuten uitgevoerd. Ligt één van de
beide vergelijkende metingen meer dan
8°C onder de startmeting, dan gaat het
apparaat uit van een geopend venster en
schakelt uit.
Schakel het apparaat in (zie ingebruikname).
Selecteer één van de twee verwarmingsniveaus
(zie paragraaf Instelling verwarmingsniveau).
Druk op de venster-toets 3 de temperatuur-
indicatie F op het display knippert:
De eerste meetcyclus van de venstermeting start
na een minuut.
De eerste vergelijkende meting wordt na 5 mi-
nuten uitgevoerd. Als de gemeten temperatuur
8°C of meer onder de startmeting ligt, scha-
kelt het apparaat uit en de venster-controle is
beëindigd. Is dit niet het geval, dan verwarmt
het apparaat verder en de controle wordt
voortgezet.
De
tweede
vergelijkende
10 minuten na de startmeting uitgevoerd. Als
de gemeten temperatuur 8°C of meer onder
de startmeting ligt, schakelt het apparaat uit
en de venster-controle is beëindigd. Is dit niet
het geval dan wordt de tweede vergelijkende
meting als nieuwe startmeting genomen, de
nieuwe meetcyclus start.
Zoverre de venster-controle niet door te druk-
ken op de Venster-knop 3 beëindigd wordt,
herhalen de venster-open-herlemming zich zo
vaak tot binnen een cirkel een temperatuur-
daling van 8°C wordt vastgesteld.
Als een open venster wordt herkend, dan stopt het
verwarmingsapparaat met te verwarmen. Een alarm
weerklinkt gedurende 5 seconden en de ventilator
draait 30 seconden na tot de stand-by. De tempe-
ratuur-indicatie F en de indicator 'OF' worden
knipperend op het display weergegeven. Terwijl de
indicator 'OF' knippert, bevindt het uitgeschakelde
apparaat zich in de modus Open venster.
Instructie: Als de Venster-controle gestopt is, dan
moet het apparaat - indien gewenst - handmatig
worden gestart. Om het apparaat uit te schakelen,
drukt u op de toets Aan/Uit 1 op de afstandsbe-
diening. Het verwarmingsapparaat schakelt uit. De
knipperende temperatuurindicatie F op het display
en de weergave 'OF' worden gewist.
meting
wordt
NL/BE
91