Maclaren major elite Guia Del Usuario Acompañante página 31

Klik de voetensteun vast op de steunpennen inde
laagste, middelste of hoogste stand en druk de steun
omhoog zodat beide clips goed op hun plaats zitten.
het geBruIk van de
Buggy
HET gEBRuIK VaN DE REm
5 DE REMMEN
Haak met uw voet BEIDE rempedalen naar achteren
en zorg dat de rempennen goed in de spaken van
het wiel zitten.
H ET LOSHALEN VAN DE REM
Duw BEIDE rempedalen naar voren.
Gebruik de rem nooit om een bewegende buggy af
te remmen.
HET gEBRuIK VaN HET TuIgJE
HET OMDOEN VAN HET TUIGJE
6a Steek beide bevestigingsklemmen in de gesp.
6B Pas de lengte van het riempje aan door de gespen
te verschuiven. De riem en schouderriemjes dienen
dicht tegen het lichaam te zitten.
HET OPENEN VAN HET TUIGJE
7C K nijp de clip aan weerszijden in en trek de riem los.
Het is mogelijk dat u de schouderriemjes eerst van
de clip moet losmaken.
7D D e 'D' ringen zijn voor het eventueel bevestigen van
een extra tuigje.
Het tuigje is niet in alle gevallen voldoende – win hiervoor
deskundig advies in.
HET VERWIJDEREN VaN DE VoETENSTEuN
8 D ruk beide witte plastic klemmen in die aan beide
zijden van de voetensteun zitten en neem de
voetensteun uit.
pLaaTSNEmEN IN DE BuggY
Zorg dat beide remmen VAST staan.
Om het instappen te vergemakkelijken kan de
voetensteun worden verwijderd.
Zet indien mogelijk de buggy met de achterkant recht
tegen een muur of ander stevig voorwerp. Ook kan
iemand anders de buggy stevig vasthouden.
Indien het kind niet in de buggy wordt getild, zet de
voorste wielen dan in dezelfde richting als de achterste
wielen. Zet de voeten van het kind op de grond tussen
de voorwielen, met een voet iets voor de andere en
laat het kind voorzichtig op zijn plaats zakken. Het kind
kan hierbij helpen door de voorste poten van de buggy
vast te houden.
M aak het tuigje vast en pas de lengte van het riempje
aan. Het riempje en het schoudertuigje dienen dicht
tegen het lichaam te zitten. Zet de voetensteun weer
op de gewenste hoogte.
All manuals and user guides at all-guides.com
Houd rekening met het kind en hoe het zich wil
verplaatsen of verplaatst wil worden. Samenwerking
tussen de begeleider en het kind vermindert het risico op
letsel tijdens het vervoer of het uitvoeren van manoeuvres.
HET VERLaTEN VaN DE BuggY
Zorg dat beide remmen VAST staan en dat de
voetensteun is verwijderd.
Zet indien mogelijk de buggy met de achterkant recht
tegen een muur of ander vast voorwerp. Ook kan
iemand anders de buggy stervig vast houden.
Zet de voorste zwenkwielen in dezelfde richting als de
achterwielen zodat er ruimte ontstaat voor de voeten
van het kind.
M aak de gesp van het tuigje los en maak indien nodig
ook de schouderriempjes los.
Indien het kind niet uit de buggy wordt getild, dan
dient het kind de voorpoten van de buggy vast te
houden en iets voorover te buigen. Hierbij dienen
beide voeten stevig op de grond gezet te worden, de
ene iets voor de andere. Het kind dient vervolgens
rechtop te gaan staan. Hierbij kan het eventueel
geholpen worden.
DuWTECHNIEKEN
Maak een proefritje langs een weg met obstakels, grof
terrein en langere afstanden.
De begeleider dient niet te hard of te zacht te lopen
en het kind te waarschuwen alvorens manoeuvres uit
te voeren.
D e begeleider dient de buggy te allen tijde goed onder
controle te houden en hierbij beide handvatten te
gebruiken.
Vermijd oneffen of zachte ondergronden. Is dit
onvermijdelijk is, dan is het soms makkelijker om de
buggy naar achteren te trekken.
Bij het afrijden van een steile helling kan het kind zich
soms veiliger voelen als het achteruit wordt getrokken.
Ga achterstevoren door klapdeuren. Duw met uw rug
de deuren open en trek vervolgens de buggy door de
deuropening.
Het besturen van de buggy dient een plezierige ervaring
te zijn voor zowel de begeleider als het kind, mits er een
onderling vertrouwen en begrip bestaat.
HET op EN aFgaaN VaN EEN SToEp
9 HET aFgaaN VaN EEN SToEp oF EEN
aFSTapJE
Zet de voorwielen op de rand van de stoep.
Houd de handvatten stevig vast en kantel de buggy
naar achteren en laat hem op de achterwielen
rusten.
Zet de achterwielen op de rand van de stoep.
Laat de buggy op de achterwielen de stoep
afzakken.
Kantel de buggy nooit naar voren bij een stoep.
23