Voer daarna pas de middelste tussenbalusters in "Y" (C67) (fig. 3a). De zuilen (C67) met het element F36 met
het van gat voorziene deel omhoog toe (fig. 8) richten. Alleen het element B02 van de onderste trede aandraaien
(fig. 2). Let op: voor de zijkanten van de trap waar geen trapleuning voorzien wordt, op maat gesneden
buisstukken C81 erin zetten. De kanten van de buis sluiten met de artikels C74 (fig. 11).
21. Het verticaal zijn nagaan van alle gepositioneerde zuilen (C67). Opletten bij deze operatie omdat deze zeer
belangrijk is voor het goed lukken van het in elkaar zetten.
22. Het element C70 (fig. 8) definitief aandraaien.
23. Het element B02 van de treden aandraaien, de elementen C72 in de treden (L30) monteren (de positie bepalen
van de gaten met de geleverde sjabloon), met de artikels C57 en B02, een gat maken met punt Ø 4,5 mm (fig. 2).
24. Het verticaal zijn controleren van de zuilen (C67) en deze eventueel corrigeren door de eerdere operaties te
herhalen.
25. De begin-tussenbaluster "X" (C67) positioneren. De hoogte aanpassen van een lange zuil (C67), door het
uiteinde af te snijden, aan de hoogte van de net in elkaar gezette zuilen (fig. 1).
26. Het element F34 aan de vloer vastmaken, in overeenkomst met de eerste zuil (C67), door een gat te maken met
de punt Ø 8 mm. De elementen C58, B12 en B83 en B02 (fig. 1) gebruiken.
27. Zaag de segmenten van de handregel BH4 op maat af. Maak ze vast aan het artikel B51. Om een ideale
bevestiging te verkrijgen, moet de handregel circa 1/8 draai maken vanaf het contactpunt (fig. 1).
28. Bevestig de handregel aan de tussenbalusters m.b.v. de artikels CD3. Behoud de tussenbalusters verticaal.
Bevestig de hoekelementen BG4, BG2 en BG3 met de schroeven BB3 en BB6 voor de richtingsveranderingen.
Bevestig de einddoppen BG4 aan de uiteinden van de handregel m.b.v. de artikelen BH6 en B08 (fig. 1).
29. Om de trap nog steviger te maken in de tussenpunten, de elementen F09 aan de muur vastmaken en deze
verenigen m.b.v. elementen F33, met de zuilen (C81 of C67). Een gat maken met een punt Ø 8 mm en
elementen C50, C49, C58, B12 (fig. 11) gebruiken.
30. Bepaal de lengte van de kabels A28 aan de hand van de dimensie-eigenschappen van de trap en snijd
ze af. Steek de kabels A28 in de onderdelen D39 die u voorheen heeft geassembleerd op de middelste
tussenbalusters "Y" C67 en in de onderdelen D75 die u voorheen heeft geassembleerd op de eind-
tussenbalusters "X" (C67) (fig. 1a) (fig. 3-3a). Voeg de kabels A28 samen m.b.v. het artikel A41 en de
bijgeleverde lijm (fig. 1a). Bevestig uiteindelijk de onderdelen C76 definitief aan het onderdeel D75 (fig. 1a).
Montage van de trapleuning op het trapbordes en van de bijkomende balusterleuning
31. De zuil (C73) in elkaar zetten op het element G01 dat uit het trapbordes (E02) steekt, de artikels D75 naar
buiten toe richtend, m.b.v. de elementen D49 (fig. 8) (fig. 9) (fig. 1).
32. De elementen F34 positioneren, m.b.v. de elementen C58, B83, B02 op het trapbordes (E02). Een gat maken
met een punt Ø 5 mm in het trapbordes (E02), een tussenas behoudend tussen de gaten, gelijk aan die, die
aanwezig is tussen de zuilen (C67) van de trapleuning die eerder in elkaar gezet is.
33. Plaats de eind-tussenbalusters "X" en de middelste tussenbalusters "Y" (C68) met de onderdelen D75 en D39
naar buiten toe gericht en draai de elementen B02 van de onderdelen F34 vast (fig. 1) (fig. 3a).
34. Snijd de rechtlijnige handregel BH4 5 cm af. Boor een gat aan de bovenkant met een punt van Ø 3,5 mm en
voeg de elementen BG4, BG3 samen met de schroef BB3 (fig. 1).
35. Plaats op het onderdeel C73 de combinatie die u heeft geformeerd door het samenvoegen van de elementen
BD2, BG2, BH1 en BG8 en bevestig met de stelschroef BC3 (fig. 1). Maak de rechtlijnige handregel BH4 vast
aan het element C73 en bevestig alles met het element BB6 (fig. 1).
36. Snijd het andere uiteinde van de rechtlijnige handregel BH4 aan de hand van de afmetingen van de
balusterleuning. Boor met een punt van Ø 6 mm om het element BG4 te bevestigen of boor met een punt van Ø
3,5 mm om de elementen BG2+BG3 te bevestigen met de elementen BB3. Bevestig de handregel BH4 m.b.v.
de elementen CD3 en controleer of de tussenbalusters verticaal staan. Schroef de elementen B02 (fig. 1) goed
aan.
37. Bepaal de lengte van de buizen A28 aan de hand van de dimensie-eigenschappen van de balusterleuning en snijd ze
af (fig. 1).
38. Afhankelijk van de positie van en van het bestaan van wanden rond het gat van de trap, zou het nodig kunnen
zijn één of twee extra zuilen (C68) te positioneren (fig. 9).
39. In dit geval is het nodig een ruimte te beschouwen die even ver van de andere zuilen of van de wand afligt.
Voor de bevestiging wordt het aangeraden een gat te maken in het trapbordes (E02) met een punt Ø 5 mm en
de elementen F34, C58, B83, B02 te gebruiken terwijl er aangeraden wordt een gat in de vloer te maken met
een punt Ø 14 mm en de elementen F34, B02, B13 (fig. 10) te gebruiken.
17 - CUBE TUBE L