6. Stapel de mandjes zorgvuldig opeen, zodat alle vormen
in mekaar passen. Breng de T-hendels terug in hun verticale
gleuven, en plaats de mandjes terug in de filterbus. Het schuim
in het bovenste mandje moet ongeveer gelijk komen met de
bovenrand van de bus (de uitlaatbuis, die is vastgemaakt
aan de binnenzijde van de bus, zal er lichtjes uitsteken).
7. Zet de filterbus in haar eindstand.
8. Zorg dat de aftapklep zich in de verticale (gesloten)
stand bevindt.
9. Giet ten minste 8 liter water in de filterbus.
BELANGRIJK:
om het systeem op gang te brengen, is de juiste hoeveelheid water nodig.
10. Plaats het filterdeksel terug op de bus. Controleer of de afdichtring op het filterdeksel zit en correct
op het busdeksel is aangebracht. Er is maar één richting mogelijk. Duw zachtjes op het deksel tot de
uitlaatbuis stevig in de OUT-aansluiting op het filterdeksel zit.
BELANGRIJK:
als de inlaatbuis die aan het
busdeksel is bevestigd, uit de opening is
geschoven, steek ze er dan terug in onder
de IN-aansluiting van het deksel.
11. Breng de acht dekselsluitingen terug
aan en draai ze met de hand vast.
Het deksel is goed dicht wanneer het
vlak tegen de bus komt. GEBRUIK GEEN
GEREEDSCHAP, WANT DAT KAN DE
EENHEID BESCHADIGEN.
NL-12
INSTALLATIE EN GEBRUIK