7. Start de filter
1. Keur uw installatie.
Alvorens de filter in te schakelen, moet u
ervoor zorgen dat:
a. De aftapklep zich in de gesloten
(verticale) stand bevindt, en dat de
rubber dop ervan op haar plaats wordt
gehouden door de borgmoer.
b. Alle bovenste dekselsluitingen goed zijn
vastgedraaid.
c. De IN- en UIT-kleppen helemaal open
staan (klephendels moeten verticaal staan).
d. De inlaatzeef volledig is ondergedompeld.
e. Er ten minste 8 liter water in de bus zit.
HEEL
BELANGRIJK: u moet weten dat de eenheid
na het inschakelen meteen zal beginnen werken
en zichzelf automatisch zal gaan voeden.
2. Sluit de eenheid aan op een stopcontact.
Het elektronische automatische voedingsmechanisme treedt in werking.
Het volgende zal gebeuren:
a. De pomp werkt 1 minuut om de filterbus te vullen met aquariumwater.
b. De pomp stopt 2 minuten om lucht uit de filterbus te laten ontsnappen.
c. De pomp start opnieuw; ze zal blijven werken tot ze wordt uitgeschakeld.
Deze procedure zal zich herhalen telkens als de eenheid wordt uitgeschakeld en opnieuw wordt
ingeschakeld.
Ongeveer om de 12 uur: de pomp stopt 1 minuut om lucht te laten ontsnappen die zich misschien
binnen de eenheid heeft opgestapeld.
NL-14
INSTALLATIE EN GEBRUIK