4. Breng de uitgangsverbindingen tot stand
1. Sluit de slang aan op de tweede klep
(net als voor de inlaatslang):
a. Maak de tweede metalen klem los en schuif die op
het in de fabriek afgewerkte eind van de slang (niet
het afgesneden eind).
b. Duw het eind van de slang op de klep; duw helemaal
tot het einde, zo ver het gaat.
c. Plaats de metalen klem over het rubber koppelstuk
en draai ze vast.
2. Meet en snij de slang af. De slang moet opnieuw zo
lang zijn dat ze comfortabel van binnen in het aquarium
tot aan de filterbus reikt.
Herinnering:
de slang moet een rechte baan volgen
van de filter naar de aquariumrand, zonder slap te
hangen en zonder lussen. Als de slang te lang is, zal de
filter niet efficiënt werken.
a. Plaats het klepeinde van de slang ongeveer op de
plaats waar het op het filterdeksel zal komen (zodra
de filter geïnstalleerd is).
b. Rek de slang uit, zodat ze boven de klem van de rand
aan de "uitgang" rust.
c. Gebruik een stanleymes om de slang ten minste 15 cm
buiten de aquariumrand af te snijden. Snij ze niet te
kort af. Onthoud dat u ze tijdens de eindinstallatie
altijd korter kunt afsnijden als dat nodig blijkt.
3. Druk
het
"uitlaatslang" in het rubber aansluitstuk van
de uitlaatpijp. Druk de slang er ten minste 2,5 cm
in zonder ze te verdraaien.
4. Plaats de pijp zo'n 2,5 cm onder de waterlijn in
het reservoir.
5. Maak de slang vast aan de "uitlaatklem" met
de drie klemmen van de randkoppelstukken.
NL-10
INSTALLATIE EN GEBRUIK
afgesneden
eind
6 in.
(15cm)
van
deze
5
3
4