3. Breng de inlaatverbindingen tot stand
1. Sluit de slang aan op een van beide kleppen:
a.
Maak een van de metalen klemmen los en schuif die op
één eind van de slang (het rubber gedeelte).
b.
Duw het eind van de slang op de klep; duw helemaal tot
het einde, zo ver het gaat.
c.
Plaats de metalen klem over het rubber koppelstuk en
draai ze vast.
2.
Meet en snij de slang af. De slang moet zo lang zijn
dat ze comfortabel van binnen in het aquarium tot aan
de filterbus reikt.
Belangrijk:
de filter naar de aquariumrand, zonder slap te hangen
en zonder lussen. Als de slang te lang is, zal de filter niet
efficiënt werken (de maximale lengte van de slang is
2 meter).
a.
Plaats het klepeinde van de slang ongeveer op de plaats
waar het op het filterdeksel zal komen (zodra de filter
geïnstalleerd is).
b.
Rek de slang uit, zodat ze boven de klem van de rand
aan de "ingang" rust.
c.
Gebruik een stanleymes om de slang ten minste 15 cm
buiten de aquariumrand af te snijden. Snij ze niet te
kort af. Onthoud dat u ze tijdens de eindinstallatie altijd
korter kunt afsnijden als dat nodig blijkt.
3. Druk het afgesneden eind van deze "inlaatslang" in het
rubber aansluitstuk op de inlaatbuis. Druk de slang er ten
minste 2,5 cm in zonder ze te verdraaien.
4. Plaats de inlaatzeef in het reservoir, waarbij u erop let
dat ze ten minste 7,5 cm van de bodem verwijderd is.
Stel de inlaatbuis af op de beste lengte voor uw aquarium
en zorg dat ze 7,5 cm van de bodem verwijderd blijft. Zodra
de inlaatzeef correct geplaatst is, zet u ze vast door de
zuignappen tegen het glas te drukken.
5. Maak de slang van de inlaatzeef vast aan het
randkoppelstuk met de drie bijbehorende klemmen.
INSTALLATIE EN GEBRUIK
de slang moet een rechte baan volgen van
6 in.
(15cm)
5
3
4
NL-9