De indicators aan de voorzijde van de grondplaat (Afb. S) geven
aan welk kanaal bestemd is voor welke applicatie. Wanneer u
zaagsneden maakt, is het belangrijk dat de lijn op de grondplaat
op één lijn staat met het kanaal op de geleiderail. Afbeelding T
toont de zaag in de parallelle zaagstand ten opzichte van de
geleiderail. Afbeelding U toont de zaag in de stand voor schuine
zaagsneden ten opzichte van de geleiderail.
Voor ingebruikneming
•
Controleer dat de beschermkappen goed zijn gemonteerd.
De zaagbladbeschermkap moet gesloten zijn.
•
Controleer dat het zaagblad draait in de richting van de pijl
op het zaagblad.
•
Gebruik geen zeer versleten zaagbladen.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing
maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/
installeert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de
OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel
veroorzaken.
Juiste positie van de handen (Afb. V)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
Voor een juiste plaatsing van uw handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
en de andere op de hulphandgreep
3
In- en uitschakelen (Afb. A)
Om veiligheidsredenen is de Aan/Uit-schakelaar
gereedschap voorzien van een vergrendelknop
Ontgrendel het gereedschap door de vergrendelknop in te
drukken.
U kunt de machine in werking zetten door op de Aan/Uit-
schakelaar
1
te drukken.
Zodra u de Aan/Uit-schakelaar loslaat wordt de
vergrendelknop automatisch ingeschakeld zodat wordt
voorkomen dat de machine onbedoeld wordt gestart.
OPMERKING: Schakel het gereedschap niet IN of
UIT wanneer het zaagblad het werkstuk of andere
materialen raakt.
Ondersteuning van het werkstuk (Afb. W–Z)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, ondersteun het werkstuk goed en
All manuals and user guides at all-guides.com
Afbeeldingen W en Y laten de juiste zaagpositie zien.
afbeeldingen X and Z laten een onveilige werksituatie zien.
Handen mogen niet in de buurt komen van het zaaggebied en
het netsnoer wordt weggeleid van het zaaggebied zodat het
niet bekneld of in de war raakt bij het werken.
Vermijd terugslag, ondersteun ALTIJD board- en plaatmateriaal
DICHTBIJ de zaagsnede, (Afb. W en Y). ONDERSTEUN board- of
plaatmateriaal NIET ver van de zaagsnede verwijderd (Afb. X en
Z) . Houd, wanneer u met de zaag werkt, het netsnoer uit de
buurt van het zaaggebied en zorg ervoor dat het niet bekneld
kan raken tussen het werkstuk.
TREK ALTIJD DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT
VOORDAT U AANPASSINGEN UITVOERT! Plaats het werk met
de "goede" zijde — de zijde die er het mooist moet uitzien —
omlaag. De zaag zaagt naar boven, dus splinters zullen te zien
zijn op de zijde van het werkstuk die omhoog gericht is tijdens
het zagen.
Zagen
Plaats het bredere gedeelte van de grondplaat van de zaag op
dat gedeelte van het werkstuk dat stevig wordt ondersteund,
niet op een gedeelte dat valt wanneer de zaagsnede is voltooid.
Als voorbeeld, illustreert afbeelding Y de JUISTE manier voor het
afzagen van het uiteinde van een stuk materiaal. Zet het werk
altijd met klemmen vast. Probeer niet korte stukken materiaal
met de hand vast te houden! Denk er aan dat u vrijdragend en
overhangend materiaal moet ondersteunen. Ga voorzichtig te
werk wanneer u materiaal van onderaf afzaagt.
Het is belangrijk dat de zaag op volle snelheid draait voordat het
.
6
zaagblad het te zagen materiaal raakt. Wanneer u met zagen
begint met het zaagblad tegen het materiaal dat moet worden
gezaagd of met het zaagblad dat vooruit wordt geduwd in de
1
van uw
zaagsnede, kan dat terugslag tot gevolg hebben. Duw de zaag
2
.
naar voren met een snelheid waarbij het zaagblad zonder veel
moeite kan zagen. Hardheid en taaiheid kunnen variëren, zelfs in
hetzelfde stuk materiaal, en knoestige of vochtige delen kunnen
de zaag zwaar belasten. Duw de zaag, wanneer dit gebeurt
langzamer vooruit, maar wel zo stevig dat de zaag kan blijven
werken zonder veel verlies van snelheid. Wanneer u de zaag
met geweld voortduwt, kan dat leiden tot ruwe zaagsneden,
terugslag en oververhitting van de motor. Als het zo is dat uw
zaagsnede begint af te wijken van de zaaglijn, probeer dan
niet de zaaglijn weer te bereiken. Laat de schakelaar los en laat
het zaagblad volledig tot stilstand komen. U kunt dan de zaag
terugtrekken, opnieuw aanleggen en een nieuwe zaagsnede
beginnen enigszins binnen de verkeerde zaagsnede. U moet
in ieder geval de zaag terugtrekken als u de zaagsnede moet
verplaatsen. Wanneer u met geweld een correctie probeert uit
houd de zaag stevig vast zodat u niet de controle
over het gereedschap kunt verliezen.
WAARSCHUWING: Probeer nooit dit gereedschap te
gebruiken door het ondersteboven op een werkoppervlak
te zetten en het materiaal naar het gereedschap te
voeren. Zet het werkstuk altijd stevig met klemmen vast
en voer het gereedschap naar het werkstuk, waarbij u het
gereedschap stevig met beide handen vasthoudt, zoals in
afbeelding Y wordt getoond.
nEDERLanDs
89