d
Onderhoud en service
In geval van onderhoudswerkzaamheden, waarbij de personen door
bewegende delen of door spanningsvoerende delen gevaar kunnen
lopen, dient de pomp door het losnemen van de stekker of door het
uitschakelen van de hoofdschakelaar spanningsloos te worden gemaakt en
tegen het opnieuw inschakelen te worden beveiligd. Onderhoud niet uitvoe-
ren indien de pomp op bedrijfstemperatuur is (gevaar voor verbranding door
hete machinedelen).
1. Smering Smering op de smeernippels (L): Smeringsintervallen volgens onder-
staand schema, doch in ieder geval elk jaar:
Type
50 Hz
VFT 25 - 60
7.000
VFT
80
5.000
VFT
100
5.000
VFT
140
6.000
VFT
180
6.000
VFT
250
6.000
VFT
340
6.000
VFT
500
6.000
Opgelet! Deze termijnen gelden voor een omgevings temperatuur van 20° C.
Bij 40° C de termijn halveren.
We adviseren de volgende smeervetten: Esso Unirex N3 of andere gelijkwaardige smeervetten (zie ook het smeringsvoorschrift (M)).
2. Luchtfiltering (figuur
tot
Bij te weinig aan onderhoud van de luchtfilters zal de capaciteit van de pomp afnemen.
De filterpatronen (f) van de aanzuigfilters (S) moeten elke maand gereinigd worden en jaarlijks worden vervangen (bij extreme omstandigheden
moeten deze intervallen verkort worden).
Het vervangen van de filters: De schroefknoppen (g) losdraaien, het filterdeksel (h) met de pakking verwijderen, de filterpatronen (f) uitnemen en
reinigen resp. vervangen. Montage geschied in omgekeerde volgorde.
3. Lamellen (figuur
tot
)
Lamellen controle: De VFT-vacuumpompen hebben 4 lamellen, die tijdens het gebruik zullen slijten.
VFT 25 - VFT 100: erste controle na 4000 draaiuren, daarna elke 500 draaiuren.
VFT 140 - VFT 500: eerste controle na 2000 draaiuren, daarna elke 500 draaiuren.
Voor de controle van de lamellen dient het afsluitdeksel (e) te worden losgenomen. Om het huisdeksel (b) van het pomphuis af te drukken dient
de schroef (a) in het hart van het lagerdeksel (c) te worden verwijderd waarna één van de bevestigingsbouten (s) van het huisdeksel in het
vrijkomende gat kan worden gedraaid en aldus het deksel van de astap af drukken. De lamellen (d) ter controle uitnemen. Alle lamellen moeten
een hoogte (X) hebben van tenminste:
Type
X (minimale hoogte)
VFT 25 - 40
22 mm
VFT 60
25 mm
VFT 80 - 100
30 mm
VFT 140 - 250
40 mm
VFT 340 - 500
60 mm
De lamellen mogen alleen per set worden vervangen.
Let op! VFT 500 heeft 2 lameldelen per rotorgleuf.
Vervangen van de lamellen: Constateert men bij de controle van de lamellen dat de minimale hoogte bijna bereikt is of reeds is overschreden dan
dient men de set lamellen te vervangen. Hiertoe het huis en de rotor uitblazen. Lamellen in de rotor plaatsen. Bij het plaatsen van de lamellen
dient men erop te letten dat de lamellen met de schuine zijde (Y) naar buiten wijst en dat deze schuine zijde in de draairichting (O
van het huis (Z) overeenstemt. Voor het monteren van het huisdeksel (b) op de as moet het vet van het lagerdeksel (c) weer in de kooi van het
lager gesmeerd worden. Bovendien moeten vetresten van de as worden verwijderd. Anders komt dit vet in het pomphuis waar het zich vermengt
met het koolstofslijpsel en als een pasta de lamellen in de rotorgleuven zal laten verkleven.
Let op! Opletten dat er geen verontreinigingen in het lager komt.
Bij het vastschroeven van het huisdeksel (b) dienen de vetvrije bouten gelijktijdig en gelijkmatig aangetrokken te worden, om te voorkomen dat
het deksel zich vastvreet op de paspennen. Zodra het deksel vast op het huis aanligt verdient het de aanbeveling om tijdens het verder aantrekken
van de bouten de ventilator (met behulp van een schroevedraaier o.i.d.) te draaien. Dit voorkomt het afbreken van de hoeken van de lamellen.
Afsluitdeksel (e) weer monteren.
Draaiuren
Hoeveelheid smeervet
60 Hz
7.000
4.500
3.500
6.000
5.000
4.500
6.000
5.000
)
b
e
s
per lager
g
4 g
6 g
6 g
8 g
8 g
8 g
10 g
10 g
Z
X
O
1
h
Y
S
f
) met het verloop
1