Nooduitgang
Deuropener
1
De nooduitgang bevindt zich in rijrichting links. De nooduitgang
wordt geopend door aan de deuropener te trekken.
Noodhamer
1
De noodhamer bevindt zich linksboven, achter de bijrijdersstoel.
Sla in geval van nood de ruiten met de noodhamer in.
Binnenverlichting
Links gedrukt: Verlichting ingeschakeld
1
Middenpositie: De verlichting wordt met het openen van een
2
deur ingeschakeld
Rechts gedrukt: Verlichting uitgeschakeld
3
348
Bedieningsconsole armleuning
De bedieningsconsole bevindt zich op de linker armleuning van
de bestuurdersstoel. De armleuning kan individueel op de be-
stuurder worden ingesteld; zie hoofdstuk .
Op voertuigen voor links rijden (optioneel), bijvoorbeeld voor UK,
bevindt zich de bedieningsconsole op de rechter armleuning van
de bestuurdersstoel.
Instructie
De indicaties in de schakelaars branden als ze zijn ingeschakeld.
Joystick frontkrachttiller
1
– Frontkrachttiller optillen en front-PTO uit (terug)
– Frontkrachttiller optillen en front-PTO aan (voor)
– AUX 1 bedienen (rechts / links)
– Zwevende stand frontkrachttiller inschakelen (voor)
– Zwevende stand frontkrachttiller uitschakelen (terug)
Joystick AUX 2 en AUX 3
2
– AUX 2 bedienen (voor / terug)
– AUX 3 bedienen (links)
Geen functie
3
Hydraulisch systeem aan/uit
4
Elektrische AUX 1 voor
5
Elektrische AUX 2 voor
6
Elektrische AUX 1 achter
7
Aftakas achterzijde 40 l/min
8
Functie ECO schakelt het volledige werkprogramma in en se-
9
lecteert daarbij de laatst gebruikte waarden en instellingen.
Elektrische AUX 2 voor
10
(A) Aftakas voorzijde 40 l/min, 80 l/min
(B) Aftakas achterzijde 40 l/min
(C) Toets voor het instellen van het motortoerental
(D) Geen functie
(E) Geen functie
(F) Toets indrukken om ingestelde waarden of programma's op
te slaan en submenu's te openen.
(G) Draaiknop voor het wijzigen van waarden en selecteren van
programma's.
Nederlands
Indeling apparaathouder