3. Klem vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie de
accu af.
4. Reparaties mogen alleen door erkende klantenservices of
door experts op dit gebied worden uitgevoerd en die met alle
relevante veiligheidsvoorschriften vertrouwd zijn.
5. Alle laswerkzaamheden aan het voertuig of aan de aan-
bouwapparaten zijn alleen toegestaan door geautoriseerde
Kärcher-klantenservice.
Servicelampje
Het servicelampje brandt wanneer het betreffende onderhoud
moet worden uitgevoerd.
Het servicelampje knippert op het display:
● Voor de eerste keer na 50 draaiuren wanneer de eerste in-
spectie moet worden uitgevoerd.
● De volgende service na 250 draaiuren.
● Daarna om de 500 draaiuren.
Instructie
Het servicelampje moet door de servicedienst worden gereset.
Onderhoudstermijnen
Instructie
Om tegemoet te komen aan garantie-eisen moeten tijdens de ga-
rantielooptijd alle service- en onderhoudswerkzaamheden door
de geautoriseerde Kärcher-servicedienst conform de inspectie-
checklist worden uitgevoerd.
● Dagelijks voor aanvang van het werk, zie hoofdstuk Veilig-
heidscontrole voor de start.
● Na natte reiniging van het voertuig alle lagers doorsmeren.
● Naar behoefte de veiligheidskeuring volgens de plaatselijk
geldende voorschriften door de servicedienst laten uitvoeren.
● De termijnen voor de controle- en onderhoudswerkzaamhe-
den door de klant zijn te vinden in de onderstaande tabel.
Verdere onderhoudswerkzaamheden moeten door de service-
dienst na 250, 500 (jaarlijks), 1000, 1500 of 2000 draaiuren
conform de inspectiechecklijst worden uitgevoerd. U gelieve
op tijd contact op te nemen met de servicedienst.
Onderhoudsschema voertuig
Alle lagers smeren die in het smeer-
schema zijn opgenomen.
Bowdenkabels en bewegende delen op
lichtlopendheid controleren.
Zijbezems en zuigmond op slijtage en
ingewikkelde banden controleren (bij
veegmachine).
Werd het apparaat met uitgeschakeld
watercirculatiesysteem (optie) gebruikt,
dan filter en ventiel van het watercircula-
tiesysteem reinigen om de goede wer-
king van het watercirculatiesysteem te
garanderen en schade uit te sluiten.
Looprollen en zuigmond op lichtlopend-
heid controleren (bij veegmachine).
Straalbeeld van de sproeiers voor de
bewatering van de borstels en in de
zuigmond controleren. Indien nodig
sproeiers reinigen of vervangen (bij
veegmachine).
Slangen en slangklemmen controleren.
Koelvloeistofslangen controleren.
Koelerlamellen van waterkoeler, olie-
koeler en airconditioning reinigen.
V-snaar en V-snaarspanning controle-
ren.
Parkeerrem op werking en instelling
controleren.
Dage-
Wekelijks
lijks
(8h)
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Nederlands
Pedalen op werking controleren
Motorluchtfilter controleren.
Radiateurrooster reinigen.
Airconditioning controleren.
Uitlaatsysteem controleren.
Ventilatorruimte reinigen.
Vuilreservoir en deksel reinigen.
* bij sterke verontreiniging meerdere ke-
ren per dag
Smeerschema voertuig
Smeerpunt
1
Draailager en hefcilinder van
de fronfkrachttiller
2
Knikbesturing in midden voer-
tuig
3
Stuurcilinder
4
Onderste lager knikgewricht
5
Hefcilinder
6
Hefplatform
7
Rijpedaal
8
Omkeerhendel rempedaal
Dage-
Wekelijks
lijks
X
X
X
X
X
X*
X*
Aantal
Smeerinterval
smeer-
punten
telkens 1 ● Om de 8 h
2
● Om de 8 h
● onderhouds-
vrij (optio-
neel)
2
● Om de 8 h
● onderhouds-
vrij (optio-
neel)
1
● Om de 8 h
● onderhouds-
vrij (optio-
neel)
4
● Om de 25 h
2
● Om de 8 h
1
● Om de 100 h
1
● Om de 100 h
379