Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht
en fel zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan
extreme
temperaturen
schommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet lange
tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap
bij grote temperatuurschommelingen eerst op de
juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen kan de nauwkeurigheid van het
meetgereedschap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het
meetgereedschap. Na sterke externe inwerkin-
gen op het meetgereedschap dient u, voordat u de
werkzaamheden voortzet, altijd een nauwkeurig-
heidscontrole uit te voeren (zie „Nauwkeurigheids-
controle van het meetgereedschap", pagina 47).
In- en uitschakelen en modus kiezen
Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet
vanaf een grote afstand.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
– Als u het meetgereedschap wilt inschakelen,
drukt u op de modustoets 4.
LED 3
brandt groen
brandt rood
brandt rood en
laserstraal knip-
pert
knippert afwisse-
lend rood en
groen
– Druk op de modustoets 4 tot de gewenste modus
is ingesteld.
46 | Nederlands
of
temperatuur-
Bedrijfstoestand
Meetgereedschap ingescha-
keld en binnen het zelfwater-
pasbereik
Meetgereedschap in handma-
tige modus
Meetgereedschap buiten het
zelfwaterpasbereik
Batterijen zwak;
Meetgereedschap functio-
neert nog, maar laserstralen
worden zwakker
Functie
Horizontale laser-
straal
(alleen iLMXT,
iLMXTE)
Verticale laser-
straal
(alleen iLMXT,
iLMXTE)
Laserkruis
Laserkruis met
helling (handma-
tige modus)
– Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen,
drukt u zo vaak op de modustoets 4 tot het meet-
gereedschap wordt uitgeschakeld.
Modus Binnen of Buiten kiezen
Gebruik het meetgereedschap in de modus Binnen
om zichtbare, heldere laserstralen te projecteren.
Gebruik het meetgereedschap in de modus Buiten
als u buitenshuis werkt of onder lichtomstandigheden
binnenshuis die het u onmogelijk maken om de laser-
stralen te zien.
In de modus Buiten pulseert de laserstraal, zodat deze
door een laserontvanger kan worden ontvangen.
Na het inschakelen is het meetgereedschap stan-
daard op de modus Binnen ingesteld.
Opmerking: De modus Buiten kan alleen worden
ingesteld als het meetgereedschap zich in de modus
horizontale of verticale laserstraal bevindt. Het meet-
gereedschap schakelt automatisch over naar de
modus Binnen als het in de modus laserkruis of in de
handmatige modus wordt omgeschakeld.
– Om tussen de modus Binnen en de modus Buiten
te wisselen, drukt u op de omschakeltoets 5.
De LED voor modus Binnen/Buiten 2 brandt groen als
de modus Buiten ingesteld is.
Toepassings-
voorbeeld
2 610 A15 118 • 14.8.09