4. Druk op de + of – toets om de gewenste flitsintensiteit in te stellen.
5. Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven.
6. Stel scherp door de ontspanknop van de camera half in te drukken. Lees de afstand af van de scherpstelring.
Regel daarna de diafragmawaarde of de lichtintensiteit zo af dat de afstand ongeveer gelijk wordt aangegeven
op het LCD display van de flitser.
7. Na het oplichten van het OK lampje, is de camera klaar voor opname.
◆ Met behulp van onderstaande formule is het mogelijk de correcte belichting te berekenen:
Richtgetal : Afstand tot het onderwerp = Diafragma opening
De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina)
HIGH SPEED SYNC (FP) flits (HSS)
Indien u een gewone flitser gebruikt kunt u geen snellere sluitertijd gebruiken dan flitssynchronisatietijd van de camera
omdat de flitser moet af gaan op het moment dat de sluitergordijnen volledig zijn geopend. De FP Flits blijft continu
flitsen wanneer de sluitergordijnen aflopen. Hierdoor kunt u een snellere sluitertijd kiezen dan de flitssynchronisatietijd.
◆ Deze methode kan niet worden gebruikt op camera's van het type Dynax 40
/ 4 / 3L / 404Si / 303Si / 500Si / 500SiSuper / 300Si / séries i / séries Vectis.
1. Selecteer de gewenste belichtingsmethode op de camera (A of M mode)
2. Druk op de + of – toetsen tot dat FP zichtbaar is op het LCD display.
3. Zet de flitser aan
4. Als het OK lampje van de flitser brand kan de opname worden gemaakt.
◆ Het richtgetal van de flitser zal, afhankelijk van de gekozen sluitertijd,
worden gewijzigd. (zie de tabel 2 op de vorige pagina)
◆ Als u de FP mode wilt annuleren dient de
MODEL / TESTFLITS
Het is mogelijk om vooraf een Model / Testflits te geven om de uitlichting en schaduwvorming etc. te beoordelen.
1. Druk op de mode toets om de functie te activeren.
2. Druk herhaaldelijk op de + of – toets tot het
3. Controleer of de flitser volledig is opgeladen en druk op de TEST toets.
MEERVOUDIG FLITSEN
Bij deze instelling zal de flitser herhaaldelijk afgaan terwijl de sluiter open blijft. Hierdoor worden
achtereenvolgende bewegingen van een onderwerp in één opname vastgelegd. Deze instelling is het meest
effectief bij gebruik van een licht onderwerp tegen een donkere achtergrond. Het is mogelijk de flitsfrequentie
tussen 1 Hz en 100 Hz in te stellen. Tot maximaal 90 flitsen kunnen achter elkaar worden ontstoken. Het maximum
aantal flitsen kan variëren afhankelijk van het richtgetal en de flitsfrequentie. (zie de tabel 3 op de vorige pagina)
Zet de camera op de M mode en stel het diafragma in.
1. Druk op de MODE toets totdat het multi-flash symbool verschijnt.
2. Druk op de SEL toets tot dat de flitsfrequentie knippert.
3. Druk op de + of – toets om de gewenste flitsfrequentie te kiezen.
4. Na het wederom indrukken van de SEL toets gaat het symbool van de
lichtdosering knipperen.
5. Druk op de + of – toets om de gewenste lichtdosering in te stellen.
6. Druk weer op de SEL toets en het flitsaantal symbool gaat knipperen.
7. Druk op de + of – toets om het gewenste aantal flitsen te selecteren.
8. Druk nogmaals op de SEL toets, de LCD display zal stoppen met knipperen.
9. Wanneer het OK lampje van de flitser brandt, is de flitser klaar voor gebruik.
NB: Zet de sluitertijd langer dan: het aantal gewenste flitsen ÷ de flitsfrequentie.
INDIRECT FLITSEN
Wanneer u in een kamer fotografeert met flits, ontstaat er soms achter het onderwerp een zware slagschaduw.
Indien u de flitsreflector omhoog richt of opzij om het licht via het plafond of de muur te laten weerkaatsen, zal
het onderwerp veel zachter worden belicht. Druk op de 'lock'-toets en verstel de flitserkop in de gewenste hoek.
De volgende hoeken zijn in te stellen:
All manuals and user guides at all-guides.com
markering niet meer op het LCD display zichtbaar te zijn.
symbool zichtbaar is.
70