REINIGING EN ONDERHOUD
•
Schakel de kookplaat altijd uit en trek de stekker uit het stopcontact en laat
de kookplaat volledig afkoelen voordat u hem schoonmaakt.
•
Maak de kookplaat schoon na elk gebruik.
•
Dompel het apparaat of het netsnoer niet onder in water.
•
Veeg de kookplaat schoon met een zachte, licht bevochtigde doek.
•
Maak de luchtinlaten en ventilatieopeningen regelmatig schoon met een
zachte borstel (niet inbegrepen).
•
Veeg hardnekkig resten op het oppervlak van de kookplaat weg met een
zachte, vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
•
Gebruik nooit schurende of chemische reinigingsmiddelen.
42