C
Gebruik van het toestel
• De stabiliteitsketting van het fornuis die
ontworpen is voor de kookplaten is niet
meegeleverd met een beugel als steun.
Installatie en verbinding
• Het toestel moet geïnstalleerd en
aangesloten worden overeenkomstig de van
kracht zijnde installatievoorschriften.
OPMERKINGEN
Installeer het toestel niet in
de nabijheid van koelkasten
of diepvriezers. De door het
toestel afgegeven warmte
zal het energieverbruik van
koeltoestellen verhogen.
• Transporteer het toestel met minstens
twee personen.
• De eenheid moet rechtstreeks op de
vloer worden geplaatst. Ze mag niet op een
draagvlak of een voetstuk worden geplaatst.
OPMERKINGEN
Gebruik de deur en/of de
handgreep niet om het toestel
te dragen of te verplaatsen.
Hierdoor kunnen de deur, de
handgreep en de scharnieren
beschadigd raken.
Elektrische aansluiting
Sluit het toestel aan op een geaarde
stopcontact dat beveiligd is door een zekering
met geschikte capaciteit zoals vermeld
in de tabel «Technische specificaties».
Laat de aarding installeren door een
gekwalificeerd elektricien wanneer het
toestel met of zonder transformator wordt
gebruikt. Ons bedrijf kan niet aansprakelijk
worden gehouden voor schade als gevolg
van gebruik van het toestel zonder een
68
NL
aardingsinstallatie overeenkomstig de van
kracht zijnde lokale regelgevingen.
OPGELET
Het toestel mag uitsluitend
d o o r e e n b e v o e g d e e n
gekwalificeerde persoon op
de netvoeding aangesloten
worden. De garantieperiode
van het toestel gaat uitsluitend
in na de correcte installatie
ervan.
D e f a b r i k a n t i s n i e t
aansprakelijk voor schade die
voortvloeit uit werkzaamheden
uitgevoerd door onbevoegde
personen.
OPGELET
D e st ro o m k a b e l m a g n i e t
w o r d e n v a s t g e k l e m d ,
verbogen of samengedrukt of
in contact komen met warme
onderdelen van het toestel.
Een beschadigde stroomkabel
m o e t d o o r e e n b e v o e g d e
elektricien worden vervangen.
Anders bestaat er een risico
op een elektrische schok,
kortsluiting of brand!
• De waarden van de elektrische voeding
moeten overeenstemmen met de waarden
die vermeld staan op het kenplaatje van het
toestel. Het kenplaatje is zichtbaar wanneer
de deur of het binnendeksel wordt geopend
of bevindt zich op de achterwand van het
toestel, afhankelijk van het type toestel.