Verhelpen van storingen
Storing
Systeem koelt of
verwarmt niet.
160
Mogelijke oorzaak
De insteltemperatuur is
correct.
De ventilator draait niet. Controleer de sectie voor het verhelpen
Digitale regeling is
geprogrammeerd om
alleen te koelen of te
verwarmen.
De sensor is niet correct
gepositioneerd.
De sensor werkt niet.
De koelwaterkring
wordt onvoldoende
gekoeld of verwarmd.
Voorstel tot oplossing
Instelpunt verhogen of verlagen.
van storingen hierboven.
Zet de modusknop in de gewenste
modus.
Herpositioneer de sensor zoals beschre-
ven in hoofdstuk „De locatie selecteren"
op pagina 145.
Vervang de sensor.
Als het luchtsysteem is uitgerust met
watertemperatuursensors, de water-
temperatuur op de regeleenheid
controleren (zie hoofdstuk
„Gekoeld-water-inlaattemperatuur
tonen" op pagina 151).
Controleer parameters P-16 en P-17.
Als P-16 is ingesteld op „nor" en de
watertemperatuur is niet minstens
met het verschil dat werd ingesteld
in P-17 warmer (voor verwarmings-
modus) of koeler (voor koelmodus),
gaat de waterklep niet open. Wijzig
indien nodig P-17 zoals beschreven
in hoofdstuk „Parameter wijzigen"
op pagina 153.
Als het luchtsysteem is uitgerust met
een elektrische verwarming, zorg er
dan voor dat programmeerbare
parameter P-13 is ingesteld op
„ELE".
AH-Elite Control
NL