SATA filter 100 prep Manual Del Usuario página 81

Gebruiksaanwijzing SATA filter 100 prep
5. Montage
Met de ingesloten bevestigingswinkelhaak (8) moet de filter door beide bevestigings-
boringen op een geschikte plaats aan een vaste wand – beveiligd tegen mechanische
inwerkingen zoals slagen, trillingen enzovoort – verticaal vastgeschroefd worden. Bij het
inbouwen van een leiding kan de filter ook vast in de drukluchtleiding verticaal zonder extra
wandbevestiging gemonteerd worden (de leidingen overeenkomstig bevestigen). De zuivere
drukluchtleiding G 1/2 aan de luchtingang (3) dicht en spanningvrij inschroeven. Voor onder-
houdswerkzaamheden is het doelmatig in de drukluchtleiding vóór de filter een afsluitkraan
en een demonteerbare schroefverbinding te voorzien (schroefverbinding eventueel ook na
de filter). De condensaataftapslang (6) op het messingkleurige aansluitstuk schuiven en het
einde van de slang in een geschikte condensaatopvangbak leiden (hierbij op de ontluchting
en de stabiliteit van de bak letten alsook op het naar buiten springen van de slang bij het
leegmaken van het condensaat). ATTENTIE! Condensaat is speciaal afval.
6. Drukregelklep
Aan de onafhankelijke, terugstuurbare drukregelklep (2) kan de gewenste werkdruk inge-
steld worden.
7. Automatische condensaataftapklep
De automatische condensaataftapklep functioneert alleen correct bij een verticale filterpositie.
Vanaf een filteringangsdruk van tenminste 1 bar gaat de klep automatisch dicht. Bij drukloze
filter gaat de klep open (functie: zie hoofdstuk 1.1). Door aan het messingkleurige kartel-
deel naar rechts te draaien kan eventueel afgescheiden condensaat manueel onder druk
afgetapt worden (klep open, blaast af). Blaast de klep niet af, moet de filter overeenkomstig
hoofdstuk 8 geopend worden. De vuile of dichtgekleefde condensaataftapklep moet in was-
benzine gereinigd en eventueel vervangen worden. De klep moet daarom door volledig naar
links te draaien gesloten zijn. Is de werking van de klep gestoord, moet de klep van buiten
met max. 1 bar bij drukloze filter doorgeblazen en eventueel vervangen worden.
8. Vervanging van de filterpatroon
Met de ingesloten tapsleutel de filterhuls afschroeven. Bij sinterfilter afvo-
erlichaam (24521) afschroeven, binnendeel (22137) en sinterfilter (22160)
wegnemen. Bij fijnfilters resp. actieve kool filterpatroon losschroeven en
wegnemen. Bij de montage, die in omgekeerde volgorde gebeurt, dient
bijzondere aandacht geschonken te worden aan de inbouw van de fijnfilterpa-
tronen (blauw) in de juiste filtergraad. Voor een betere herkenning dient op de
desbetreffende schroefdraadstang een kleurenkenmerk (sok) aangebracht te
worden. Bovendien wordt op de filtersok ook nog het kleurenkenmerk (klever
filtervervanging in de desbetreffende kleur) aangebracht. Bij de montage
dient bovendien aandacht besteed te worden aan de correcte inpassing resp.
een niet-beschadigde O-ring.
XVI.4