Installatieplaats
• Een plaats met voldoende ruimte rond de binnenmodule, zoals
aangegeven in de afbeelding.
• Een plaats waar de luchtinlaat en –uitlaat niet wordt gehinderd.
• Een plaats waar de leiding makkelijk aan de buitenmodule kan worden
bevestigd.
• Een plaats waar het voorpaneel kan worden geopend.
• De binnenmodule moet zo zijn geïnstalleerd dat de bovenkant minstens
2 m hoog zit. Plaats niets bovenop de binnenmodule.
OPGELET
• Directe zonnestraling op de draadloze ontvanger van de binnenmodule
moet worden vermeden.
• De microprocessor in de binnenmodule mag zich niet te dicht bij RF
ruisbronnen bevinden.
(Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer details.)
Afstandsbediening
• Een plaats waar geen obstakels zoals bijvoorbeeld een gordijn het signaal
afkomstig van de binnenmodule kunnen hinderen.
• Leg de afstandsbediening niet op een plaats waar ze is blootgesteld aan directe
zonnestraling of dicht bij een warmtebron zoals bijvoorbeeld een kachel.
• Hou de afstandsbediening minstens 1 m uit de buurt van een TV toestel
of stereo installatie. (Dat is nodig om te voorkomen dat beeld en/of geluid
wordt gestoord.)
• De plaats van de afstandsbediening dient te worden bepaald zoals
hieronder afgebeeld.
(Zijaanzicht)
(Bovenaanzicht)
Afstandsbediening
Ontvangstbereik
Gat Boren en Montageplaat Bevestigen
Gat boren
Bij het installeren van koelleidingen aan de achterkant
80 100
Het midden van het leidinggat
zit boven het pijltje.
1. Nadat u de positie van het leidinggat op de montageplaat (
bepaald, boort u het leidinggat (Ø65 mm) lichtjes schuin omlaag naar de
buitenkant toe.
OPMERKING
• Bij het boren in een muur die metalen latten, roosters of platen bevat, moet
u gebruik maken van een los verkrijgbare opzetring.
Montageplaat bevestigen
Verankeringsboutopeningen
Haakje
170
85
Haakje
Leidinggat
Schroefdraad
Binnenmodule
BINNENMODULE
BINNENMODULE
Binnenmodule
Afstandsbediening
180
Leidinggat
65 mm
100 mm
¨
) hebt
62
82,5
1
Haakje
Installatieplaat
Leidinggat
7
Bevestigingsschroef
Gewicht
Wanneer de montageplaat rechtstreeks op de
muur wordt bevestigd
1. Maak de montageplaat stevig vast aan de muur door ze bovenaan en
onderaan vast te schroeven en er vervolgens de binnenmodule aan vast
te haken.
2. Als u de montageplaat met behulp van ankerbouten op een betonnen muur
wilt bevestigen, gebruikt u de hiervoor bestemde gaten (zie onderstaande
afbeelding).
3. Bevestig de montageplaat horizontaal in de muur.
OPGELET
Maak bij het bevestigen van de montageplaat met een bevestigingsschroef
geen gebruik van een ankerboutgat. Indien u dat toch doet, kan het toestel
vallen en verwondingen of schade veroorzaken.
Installatieplaat
(Hou deze horizontaal.)
Gat van 5 mm diam.
Clipanker
(lokale onderdelen)
OPGELET
Indien het toestel niet stevig wordt bevestigd, kan het vallen en
verwondingen of schade veroorzaken.
• Boor gaten met een diameter van 5 mm in muren van steen, beton en
dergelijke.
• Breng clipankers aan voor bevestigingsschroeven 7.
OPMERKING
• Maak de vier hoeken en de onderkant van de montageplaat vast met 4 tot
6 bevestigingsschroeven.
Elektriciteit
1. De netspanning moet overeenstemmen met de nominale spanning van de
air conditioner.
2. Sluit alleen de air conditioner aan op het stopcontact.
OPMERKING
• Draadtype : Meer dan H07RN-F of 245 IEC66 (1,5 mm
OPGELET
• Dit toestel kan op de volgende twee manieren worden aangesloten op
het stroomnet.
(1) Aansluiting op vast bedrading:
Een schakelaar of stroomonderbreker die alle polen isoleert en met
een contactafstand van minstens 3 mm moet in de vaste bedrading
zijn geïntegreerd. Er dienen goedgekeurde stroomonderbrekers of
schakelaars te worden gebruikt.
(2) Aansluiting met een stekker:
Bevestig een stekker op het netsnoer en steek die in een
stopcontact. Netsnoer en stekker dienen te zijn goedgekeurd.
OPMERKING
• De bedrading dient een voldoende hoge capaciteit te hebben.
4
Ankerbout
Uitsteek 15 mm
of minder
7
Bevestigingsschroef
Ø4 x 25R
2
of meer).