Demontage/Montage en Instellingen het snijmechanisme
Demontage
Zet het apparaat op een vlak oppervlak en
schakel de parkeerrem in.
Breng de wielen van het snijwerk in de hoogste
positie.
Laat het snijwerk zakken en breng het in de on-
derste positie.
Steek de vergrendelbout van buiten rechts boven
de hendel voor het instellen van de maaihoogte
, in de gatpositie "
" en borg hem in deze stand
door draaien naar onder.
De hendel voor het instellen van de maaihoogte
bevindt zich onder de vergrendelbout en is zo-
Verwijder de V-snaar
(motorsnaarschijf)
[B]. Trek hiervoor de linker-
of rechterzijde van de V-snaar naar achteren en
dan naar beneden, terwijl u de motorsnaarschijf
met de hand in de tegengestelde richting draait.
Opmerking
Voorzichtig werken om vastklemmen van de
vingers te voorkomen.
Trek de splitpen links en rechts aan de achterste
snijwerkophanging
snijwerk van de ophanging te scheiden. Houd het
snijwerk daarbij vast, zodat het niet op de grond
valt.
Schuif het snijwerk naar voren, om het los te kop-
pelen van de voorste ophanging
Zet de hendel voor het instellen van de maai-
hoogte naar boven in de maximale maaipositie.
Zet de vergrendelbout in de bovenste maaipositie
vast en laat de hendel voor het instellen van de
maaihoogte daarboven op de vergrendelbout
vastklikken.
Trek het snijwerk onder het apparaat uit.
Montage
Om het snijwerk weer in te bouwen, voert u de
stappen van paragraaf „Demontage" in omge-
keerde volgorde uit.
Opmerking
Controleer na de montage, of de V-riem op
de juiste plaats en niet gedraaid is opge-
legd
.
769-10224B
[A] van de PTO-koppeling
[C] eruit
[A], om het
[B].
Zet het apparaat op een vlak oppervlak en
schakel de parkeerrem in.
Opmerking
Voordat u het snijwerk uitlijnt, controleert u
de bandenspanning van het apparaat.
Als het maaiwerk ongelijkmatig lijkt te maaien,
kan een instelling van het zijwaartse niveau
plaatsvinden.
Breng het snijwerk in de middelste hoogtepositie.
Draai de buitenste maaimessen voorzichtig dwars
op de rijrichting.
Meet de afstand van de einden van de beide
buitenste messen tot de grond.
De afstand moet steeds hetzelfde zijn. Indien nodig
kunt u als volgt het correcte niveau instellen. Voer
de instelling aan het instellingssegment [1] van het
snijwerk uit:
Maak de contramoer los [2].
Om het niveau in te stellen, draait u de instel-
moer [3].
Bevestig de contramoer weer.
instellen
Opmerking
Controleer eerst het zijdelingse snijwerkni-
veau.
Zet het apparaat op een vlak oppervlak en
schakel de parkeerrem in.
Breng het snijwerk in de middelste hoogtepositie.
Draai voorzichtig de buitenste snijmessen parallel
aan de rijrichting.
Meet de afstand van de einden van het rechter
mes tot de grond.
Het uiteinde van het mes moet voor ca. 6-9 mm
lager zijn dan achter. Verstel indien nodig de voorste
bevestigingsbeugel [1] als volgt:
Maak de beide moeren los [3] tegen de wijzers
van de klok in.
Om het niveau in te stellen, draait u beide instel-
moeren [2] gelijkmatig.
Draai de beide moeren [3] met de klok mee vast.
NL
87