________________________________________________________________________________
OPGELET! Het niet in acht nemen van de
voornoemde regels maakt het door de fabrikant
voorzien veiligheidssysteem inefficiënt (klasse I) met
daaruit volgende zware risico's voor de personen (vb.
elektroshock) en voor de dingen (vb. brand).
________________________________________________________________________________
VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE
V E R B I N D I N G E N U I T V O E R T, M O E T M E N
C O N T R O L E R E N
UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET
VOEDINGSNET.
De Tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden voor de
2
laskabels (in mm ) op basis van de maximum stroom
verdeeld door de lasmachine.
________________________________________________________________________________
MMA-LASSEN
Bijna alle beklede elektroden moeten verbonden worden
met de positieve pool (+) van de generator; uitzonderlijk met
de negatieve pool (-) voor elektroden met zure bekleding.
LASOPERATIES IN CONTINUE STROOM
Verbinding laskabel tang-elektrodenhouder
Brengt op de terminal een speciale klem die dient om het
onbedekt gedeelte van de elektrode vast te zetten.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het
+
symbool (
)
Verbinding retourkabel van de lasstroom
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de
metalen bank waarop het steunt, zo dicht mogelijk bij de
koppeling in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het
-
symbool (
)
Aanbevelingen:
- De connectors van de laskabels tot op het einde toe
draaien in de snapmofverbindingen (indien aanwezig),
om een perfect elektrisch contact te garanderen; zoniet
zullen er zich verhittingen van de connectors zelf
voordoen met een bijhorende snelle slijtage en verlies
van efficiëntie.
- De kortst mogelijke laskabels gebruiken.
- Vermijden metalen structuren te gebruiken die geen deel
uitmaken van het stuk in bewerking, ter vervanging van
de retourkabel van de lasstroom; dit kan gevaarlijk zijn
voor de veiligheid en onbevredigende resultaten geven
voor het lassen.
6.LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE
PROCEDURE
- De, op de verpakking van de gebruikte elektroden
vermelde instructies moeten in ieder geval worden
geraadpleegd.
- De lasstroom wordt afhankelijk van de doorsnede van de
gebruikte elektrode en het gewenste type lasverbinding
ingesteld; als richtlijn gelden de volgende stroomwaarden
voor de gebruikte elektrodendiktes:
ø Elektrode (mm)
1,6
2
2,5
3,2
4
O F
D E
L A S M A C H I N E
Lasstroom (A)
min.
max.
25
-
50
40
-
80
60
-
110
80
-
160
120
-
200
- Er dient rekening mee te worden gehouden dat bij
overeenkomstige elektrodendiktes hoge stroomwaarden
zullen worden gebruikt voor horizontaal lassen, terwijl
voor het vertikale of boven het hoofd lassen lagere
stroomwaarden zullen worden gebruikt.
- De mechanische karakteristieken van de gelaste
koppeling worden bepaald, niet alleen door de gekozen
intensiteit van stroom, maar ook door andere parameters
van het lassen zoals de lengte van de boog, de snelheid
en de stand van uitvoering, de diameter en de kwaliteit
van de elektroden (voor een correcte bewaring moet men
de elektroden uit de buurt van vochtigheid houden
beschermd door speciale verpakkingen of containers).
- Het is mogelijk dat het lassen van bepaalde rutiel
elektroden excessieve spatten meebrengt; in dit geval,
raadt men aan de selectietoets te verplaatsen op de
voorkant van de lasmachine in de stand TIG.
Werkwijze
- Met de laskap VOOR HET GEZICHT , de punt van de
elektrode over het te lassen stuk bewegen en daarbij 11n
beweging makend alsof u een lucifer aansteekt; dit is de
meest correcte methode om de boog te trekken.
LET OP!: NIET MET DE ELEKTRODE OP HET STUK
SLAAN; de mogelijkheid bestaat dat u de bekleding
beschadigt waardoor het trekken van de boog wordt
bemoeilijkt.
- Zodra de boog is getrokken moet een afstand
overeenkomstig de dikte van de gebruikte elektrode in
acht worden genomen, en tijdens het lassen moet deze
afstand zo goed mogelijk worden gehandhaafd; onthoud
dat de hoek van de elektrode in de beweegrichting
ongeveer 20-30 graden dient te bedragen (Afb. G).
- Op het eind van de lasnaad, de punt van de elektrode, ten
opzichte van de beweegrichting, een weinig terugtrekken
tot boven het kratertje, om deze te vullen, vervolgens de
elektrode snel uit het smeltbad trekken om de boog te
onderbreken.
VOORBEELDEN VAN LASNADEN
7. ONDERHOUD
________________________________________________________________________________
O P G E L E T !
ONDERHOUDSOPERATIES UITVOERT, MOET MEN
VERIFIËREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD
IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET .
________________________________________________________________________________
BUITENGEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN BUITENGEWOON ONDERHOUD
MOGEN UITSLUITEND UITGEVOERD WORDEN DOOR
ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL OP
GEBIED VAN ELECTRICITEIT EN MECHANICA.
________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE PANELEN VAN DE
LASMACHINE WEGNEEMT EN NAAR DE BINNENKANT
ERVAN GAA T, MOET MEN CONTROLEREN OF DE
L A S M A C H I N E U I T G E S C H A K E L D I S E N
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET .
________________________________________________________________________________
Eventuele controles uitgevoerd onder spanning aan de
binnenkant van de lasmachine kunnen zware
elektroshocks veroorzaken gegenereerd door een
rechtstreeks contact met gedeelten onder spanning
en/of kwetsingen te wijten aan een rechtstreeks contact
met organen in beweging.
- Regelmatig en in ieder geval met een zekere frequentie
in functie van het gebruik en de stofgraad van de ruimte,
de binnenkant van de lasmachine nakijken en het stof
wegnemen dat zich heeft afgezet op de transformator,
de reactantie en de gelijkrichter middels een straal droge
perslucht (max 10bar).
- 30 -
Afb. H
V O O R D A T
M E N
D E