Transporteren
Transporteren
Rij slechts korte afstanden met de machine als u
deze op een andere locatie wilt gebruiken. Gebruik
voor grote afstanden een transportvoertuig.
Aanwijzing: De machine mag niet worden gebruikt
op de openbare weg.
Korte afstanden
Gevaar
Door het snijmechanisme kunnen voorwerpen
worden gegrepen en weggeslingerd. Dit kan schade
veroorzaken.
Het snijmechanisme uitschakelen, voordat u met
■
de machine gaat rijden.
Lange afstanden
Let op Transportschade
De gebruikte transportmiddelen (bijv. transport-
voertuig, laadoprit) moeten volgens zoals bedoeld
worden gebruikt. Zie hiervoor de bijbehorende
bedieningshandleiding). De machine moet voor
het transport worden vastgezet zodat hij niet kan
wegglijden.
Verander nooit van rijrichting zonder de machine
eerst tot stilstand te brengen.
Gevaar voor het milieu door lekkende brandstof.
Vervoer de machine niet in een gekantelde positie.
Het transportvoertuig klaarzetten.
■
De oprit aanbrengen bij het transportvoertuig.
■
Duw de machine in de stationaire toestand met de
■
hand op het laadvlak.
De parkeerrem activeren.
■
De machine vastzetten, zodat hij niet kan weg-
■
glijden.
Reiniging/onderhoud
Gevaar
Verwondingsgevaar door onbedoeld star-
ten van de motor
Bescherm uzelf tegen verwondingen. Vóór alle
werkzaamheden aan deze machine.
- De motor uitzetten.
- De contactsleutel uit het contact trekken.
- De parkeerrem activeren.
- Wacht tot alle bewegende onderdelen volledig tot
stilstand zijn gekomen. De motor moet afgekoeld
zijn.
- De bougiestekker van de motor lostrekken, zodat
onbedoeld starten van de motor onmogelijk is.
Let op
Gebruik voor het reinigen geen hogedrukreiniger.
Reinigen
Aanwijzing
Reinig de machine na elk gebruik grondig.
- Zet de machine op een stevige en vlakke
ondergrond.
- De parkeerrem activeren.
Snijwerk reinigen
Gevaar
Verwondingsgevaar door scherp snijmes
Draag werkhandschoenen.
Reinig de maaigereedschappen voorzichtig.
Let op Motorschade
Kantel de machine niet meer dan 30°. Brandstof kan
in de verbrandingsruimte lopen en tot motorschade
leiden.
Zet het snijwerk helemaal omhoog.
■
Reinig de maairuimte met borstel, handveger of
■
doek.
Snijwerk met reinigingssproeier (afhankelijk van
model)
Afb. 9
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond zon-
der grind, stenen etc. en activeer de parkeerrem.
1. Bevestig een waterslang met een in de handel
verkrijgbare snelkoppeling op de reinigings-
sproeier. Waterkraan opendraaien.
2. Start de motor.
3. Zet het snijmechanisme naar beneden en schakel
het enkele minuten in.
4. Het snijmechanisme en de motor uitschakelen.
5. Verwijder de waterslang.
Herhaal stap 1-5 bij de tweede reinigingssproeier
(indien aanwezig).
Na beëindiging van de reinigingswerkzaamheden
(stap 1-5):
Zet het snijwerk helemaal omhoog.
■
Start de motor en schakel het snijwerk gedurende
■
enkele minuten in om het snijmechanisme te laten
drogen.
Onderhoud
De onderhoudsvoorschriften in het motorhandboek
opvolgen. Laat de machine aan het einde van
het seizoen nakijken en onderhouden door een
onderhoudsbedrijf.
Let op
Gevaar voor het milieu door motorolie
Lever na het verversen van de olie de afgewerkte
olie in bij een inzamelplaats voor afgewerkte olie of
een afvalverwerkingsbedrijf.
NL
47