3.2 Controleplan
Wij raden u het volgende onderhoudsplan aan om de lange levensduur en de kwaliteit van de soepelheid van
uw fiets te garanderen:
Na elk gebruik
van de fiets
Na de eerste
200 km en
vervolgens elk jaar
Tussen
300 en 500km
Na 1.000 km
Na 3.000km
Na elk contact met
regen / sneeuw /
modder / zand...
• de spaken,
• slijtage en concentriciteit van de
velgen,
• schade aan en aanwezigheid van
vreemde objecten in de banden,
• de banden en de binnenbanden.
Verzeker de controle van de
aanhaalkoppels van:
• de stuurstang, • de pedalen,
• de stangen, • het zadel,
• de zadelpen en
Laat de slijtage aan slijtonderdelen
controleren en vervang ze indien
nodig:
• de ketting,
• de cassette,
• de tandwielen,
• de velg en de remvoeringen.
Laat de naven van de remmen controleren en, indien nodig, laat de remblokken
vervangen of smeer de remmen met een gepast smeermiddel.
Vertrouw de werken met betrekking
tot:
• de naven,
• de kit van de stuurinrichting,
• de pedalen,
• de transmissie- en remkabels
Reinig en smeer:
• het mechanisme om van versnelling te wisselen,
• de remmen (met uitzondering van de remoppervlakken) en de ketting.
• de snelspanmoeren,
• de werking van de transmissie en
de ophanging,
• de remmen en de dichtheid van de
hydraulische remmen,
• de lichten en de bel.
• de bevestigingsschroeven.
Laat de volgende onderdelen
opnieuw aanpassen:
• kit van de stuurinrichting,
• transmissie, • remmen,
• elementen van de ophanging
Reinig de ketting, cassette en
tandwielen.
Smeer de ketting met een gepast
smeermiddel.
Controleer of alle schroeven goed
vastzitten.
Toe aan een gespecialiseerde
werkplaats voor:
• hun demontage,
• hun controle,
• hun reiniging,
• hun smeermiddel en, indien nodig,
hun vervanging.
54