een langere periode van opslag in het meetgereedschap
corroderen en zichzelf ontladen.
Aanduiding laadtoestand
Als de batterijwaarschuwing (12) voor de eerste keer rood
knippert, dan kan het meetgereedschap nog 2 uur worden
gebruikt.
Als de batterijwaarschuwing (12) permanent rood brandt,
dan zijn geen metingen meer mogelijk. Het meetgereed-
schap wordt na 1 minuut automatisch uitgeschakeld.
Gebruik
Bescherm het meetgereedschap en de afstandsbedie-
u
ning tegen vocht en fel zonlicht.
Stel het meetgereedschap en de afstandsbediening
u
niet bloot aan extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen. Laat ze bijv. niet gedurende langere tijd
in de auto liggen. Laat het meetgereedschap en de af-
standsbediening bij grotere temperatuurschommelingen
eerst op temperatuur komen, voordat u deze gaat gebrui-
ken. Voer, voordat u doorwerkt met het meetgereed-
schap, altijd een nauwkeurigheidscontrole uit(zie „Mauw-
keurigheidscontrole van het meetgereedschap", Pagi-
na 67).
Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen
kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig
beïnvloed worden.
Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetge-
u
reedschap. Na sterke invloeden van buitenaf op het
meetgereedschap, moet u altijd vóór het opnieuw gebrui-
ken hiervan een nauwkeurigheidscontrole uitvoeren (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap",
Pagina 67).
Ingebruikname afstandsbediening
Bij het indrukken van de bedieningstoetsen kan het meetge-
reedschap uit de nivelleermodus worden gehaald, zodat de
rotatie even stopt. Door het gebruik van de afstandsbedie-
ning wordt dit effect vermeden.
Zolang een batterij met voldoende spanning in het batterij-
vak aanwezig is, blijft de afstandsbediening gereed voor ge-
bruik.
Plaats het meetgereedschap zodanig dat de signalen van de
afstandsbediening een van de sensors (7) in directe richting
bereiken. Als de afstandsbediening niet direct op een sensor
kan worden gericht, dan wordt het werkbereik kleiner. Door
reflecties van het signaal (bijv. bij muren) kan het bereik ook
bij een indirect signaal weer worden verbeterd.
Nadat op een toets op de afstandsbediening is gedrukt, geeft
het oplichten van de aanduiding signaalzending (25) aan dat
een signaal werd verzonden.
In- en uitschakelen van het meetgereedschap met de af-
standsbediening is niet mogelijk.
Ingebruikname rotatielaser
Houd de werkzone vrij van obstakels die de laserstraal
u
zouden kunnen reflecteren of belemmeren. Dek bijv.
Bosch Power Tools
spiegelende of glanzende oppervlakken af. Meet niet
door glazen ruiten of soortgelijke materialen heen.
Door een gereflecteerde of belemmerde laserstraal kun-
nen de meetresultaten worden vervalst.
Meetgereedschap plaatsen
Horizontale positie
Plaats het meetgereedschap in horizontale of verticale posi-
tie op een stabiele ondergrond, monteer het op het
statief (32) of op de wandhouder (36) met uitlijneenheid.
Vanwege de hoge nivelleernauwkeurigheid reageert het
meetgereedschap zeer gevoelig op trillingen en veranderin-
gen van positie. Let daarom op een stabiele positie van het
meetgereedschap om onderbrekingen van het gebruik door
opnieuw nivelleren te voorkomen.
In-/uitschakelen
Voor het inschakelen van het meetgereedschap drukt u op
de aan/uit-toets (4). Alle aanduidingen lichten even op. Het
meetgereedschap zendt de variabele laserstraal (6) en het
loodpunt naar boven (9) uit de openingen (8).
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
u
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Het meetgereedschap begint direct met het automatisch ni-
velleren. Tijdens het nivelleren knippert de
statusaanduiding (3) groen, de laser roteert niet en knip-
pert.
Het meetgereedschap is klaar met nivelleren zodra de
statusaanduiding (3) permanent groen brandt en de laser
permanent brandt. Na voltooiing van het nivelleren start het
meetgereedschap automatisch in de rotatiemodus.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
u
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Met de toets rotatiemodus (5) of de toets lijnmodus (11)
kunt u al tijdens het nivelleren de modus vastleggen. In dat
geval start het meetgereedschap na voltooien van het nivel-
leren in de gekozen modus.
Om het meetgereedschap uit te schakelen drukt u opnieuw
op de aan/uit-toets (4).
Het meetgereedschap wordt ter bescherming van de batte-
rijen automatisch uitgeschakeld, wanneer het zich langer
dan 2 uur buiten het zelfnivelleerbereik bevindt of de schok-
waarschuwing langer dan 2 uur getriggerd is. Plaats het
meetgereedschap opnieuw en schakel het weer in.
Nederlands | 65
Verticale positie
1 609 92A 7AR | (07.02.2022)