3
Gebruik de
surround-luidsprekers te selecteren.
3 SURR.
Druk op de ENTER of op de
surround-achterluidspreker.
OPMERKING:
• Wanneer de voorste luidsprekers zijn geconfigureerd voor "Small" (klein), is het niet mogelijk om de surround-
luidsprekers te configureren voor "Large" (groot).
4
Gebruik de
surround-achterluidsprekers te selecteren.
4 S.BACK
Druk op de ENTER of op de
OPMERKING:
• Wanneer de voorste luidsprekers zijn geconfigureerd voor "Small" (klein), is het niet mogelijk om de surround-
achterluidsprekers te configureren voor "Large" (groot).
4
Gebruik de
(links) en
een subwoofer is aangesloten.
5 S.WOOFER
Druk op de ENTER of op de
en de uitgang van de lage tonen (SUBWOOFER MODE) in te stellen.
• Parameters
Large .........Kies deze stand wanneer u luidsprekers gebruikt die lage klanken van minder dan 80 Hz volledig
kunnen weergeven.
Small..........Kies deze stand wanneer u luidsprekers gebruikt die lage klanken van minder dan 80 Hz niet met
voldoende volume kunnen weergeven.
Wanneer deze instelling wordt gekozen, worden lage frequenties van minder dan 80 Hz
toegewezen aan de subwoofer.
None..........Kies deze stand wanneer geen luidsprekers zijn aangesloten.
Yes/No.......Selecteer "Yes" (ja) als er een subwoofer is aangesloten, of "No" (nee) als er geen subwoofer is
aangesloten.
OPMERKING:
Kies "Large" of "Small" niet op basis van het eigenlijke formaat van de luidspreker maar wel op basis van de
weergavecapaciteit van lage tonen op 80 Hz. Als u er niet in slaagt de beste instelling te vinden, probeer dan de
klank van de instelling "Small" te vergelijken met die van de instelling "Large" op een niveau dat onschadelijk is
voor de luidsprekers.
Opgelet:
Stel "Subwoofer = No" in wanneer u geen subwoofer gebruikt. Als u dit niet doet, wordt het basgeluid van het
voorste kanaal naar het subwooferkanaal gestuurd en niet weergegeven in sommige standen.
(links) en
(rechts) toetsen om het aangesloten type
(Begininstelling)
LARGE SMALL
NONE
SMALL
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets om over te schakelen naar de
(links) en
(rechts) toetsen om het aangesloten type
(Begininstelling)
LARGE SMALL
NONE
SMALL
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets om de subwoofer in te stellen.
(rechts) toetsen om te selecteren of er al dan niet
(Begininstelling)
YES
NO
YES
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets om de instellingen op te slaan
NEDERLANDS
Subwoofermodus en kantelfrequentie instellen
Dit scherm wordt niet getoond wanneer u geen subwoofer gebruikt.
• Stel de crossover-frequentie en de subwooferstand in overeenkomstig het gebruikte luidsprekersysteem.
1
Gebruik de
selecteren.
6 SW MODE NORM
Druk op de ENTER of op de
over te schakelen naar de instelling van de kantelfrequentie.
2
Gebruik de
selecteren.
7 CR.OVER
Druk op de ENTER of op de
en de DELAY TIME in te stellen.
OPMERKINGEN:
— Toewijzing van het laagfrequente signaalbereik —
• The only signals produced from the subwoofer channel are LFE signals (during playback of Dolby Digital or
DTS signals) and the low frequency signal range of channels set to "SMALL" in the setup menu. The low
frequency signal range of channels set to "LARGE" are produced from those channels.
— Crossover-frequentie —
• Wanneer "Subwoofer" is ingesteld op "Yes" in de "Speaker Configuration Setting", stel dan de
frequentie (Hz) in waaronder het basgeluid van de verschillende luidsprekers moet worden uitgevoerd via
de subwoofer (de crossover-frequentie).
• Voor luidsprekers die zijn ingesteld op "Small" wordt geluid met een frequentie die lager is dan de
crossover-frequentie afgesneden en wordt het afgesneden basgeluid uitgevoerd via de subwoofer.
OPMERKING: Voor gewone luidsprekersystemen raden wij aan de crossover-frequentie in te stellen op
80 Hz. Wanneer u echter kleine luidsprekers gebruikt, kan het instellen van een hoge
crossover-frequentie de respons voor frequenties in de buurt van de crossover-frequentie
verbeteren.
— Subwooferstand —
• De instelling van de subwooferstand is alleen geldig wanneer "LARGE" is ingesteld voor de
voorluidsprekers en "YES" is ingesteld voor de subwoofer in de instellingen van de
"Luidsprekerconfiguratie" (zie blz. 171).
Als "SMALL" is ingesteld voor de voorluidsprekers of "NO" voor de subwoofer, heeft de instelling van de
subwooferstand geen invloed op de weergave van het laagfrequente signaalbereik.
• Wanneer de weergavestand "+MAIN" wordt gekozen, wordt het laagfrequente signaalbereik van kanalen
die zijn ingesteld op "LARGE" tegelijkertijd via deze kanalen en het subwooferkanaal voortgebracht.
In deze weergavestand breidt het laagfrequente geluid zich gelijkmatiger uit in de kamer, maar kan,
afhankelijk van de grootte en de vorm van de kamer, door interferentie het eigenlijke volume van het
laagfrequente geluid afnemen.
• Wanneer de weergavestand "NORM" wordt gekozen, wordt het laagfrequente signaalbereik van kanalen
die zijn ingesteld op "LARGE" enkel via deze kanalen voortgebracht. In deze weergavestand is er
doorgaans minder interferentie van het laagfrequente geluid in de kamer.
• Probeer de muziek of de film weer te geven en kies de weergavestand die het krachtigste laagfrequente
geluid oplevert.
(links) en
(rechts) toetsen om de subwooferstand te
(Begininstelling)
+MAIN
NORM
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets om de instelling in te voeren en
(links) en
(rechts) toetsen om de kantelfrequentie te
(Begininstelling)
80Hz 100Hz 120Hz
80Hz
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets om de instellingen op te slaan
171