Gebruik
Checklist vóór het starten
Voer de volgende controles en het gepaste onderhoud uit vóór u de
machine start.
1. Controleer de banden en voeg lucht toe of laat lucht ontsnap-
pen om de bandenspanning op 0,8 bar te brengen.
2. Controleer of alle beschermkappen, deflectors en deksels goed
aangebracht en stevig bevestigd zijn.
3. Controleer het oliepeil van de motor. Voeg indien nodig olie toe
om het peil tot het merkteken "FULL" te brengen (A. Figuur 1).
Raadpleeg de handleiding van de motor voor de specificaties
van de olie.
Figuur 1: Merkstreep motorolie "Vol"
4. Plaats de stoel (A, Figuur 3) in de comfortabelste positie.
Raadpleeg het gedeelte "De bestuurdersstoel aanpassen".
5. Controleer de meshendel en verzeker u ervan dat hij zonder
haperen beweegt. Wanneer de mespedalen ingedrukt zijn, kan
de meshendel met de hand van "AAN" naar "UIT" worden ver-
plaatst om het mes tot stilstand te brengen.
6. Controleer het mechanisme van de achteruitvergrendeling. Als
het mespedaal ingedrukt is, mag u maaier niet in achteruit
kunnen schakelen.
7. Verwijder alle afzettingen van zand, gras, olie, enz. van de
buitenzijde van het maaihuis en de motor. De roosters van de
luchtinlaten van de radiator en de koelvinnen moeten altijd vrij
zijn.
8. Duw de maaier naar buiten en vul de brandstoftank bij. Zorg
dat de stop van de vulopening (A, Figuur 2) goed wordt ges-
loten en dat de verluchting (B) na het bijtanken openstaat.
Raadpleeg de handleiding van de motor voor de specificaties
van de brandstof.
A
Figuur 2: Stop van de brandstoftank
10
De bestuurdersstoel afstellen
1. Terwijl de motor uitgeschakeld is, maakt u de twee afstelknop-
pen (B, Figuur 3) los en plaatst u de stoel in de gewenste
positie. Na het afstellen draait u de knoppen stevig vast.
OPMERKING: Als de stoel niet beweegt nadat u de knoppen hebt
losgemaakt, kan het nodig zijn dat u de bouten van 5/15" of de
zeskantmoeren (C) aan de achterzijde van de stoel losmaakt.
A
Figuur 3: De bestuurdersstoel aanpassen
B
A
B
A
B
www.snapper.com