6 Het apparaat aansluiten
NL
De in- en uitgangen mogen enkel door een gekwali-
B
ficeerde vakman uitgevoerd worden en in elk geval
wanneer de versterker uitgeschakeld is!
6.1 Luidsprekers
Ofwel sluit u luidsprekers met 100 V-techniek voor
de vijf PA-zones aan op de schroefklemmen SPEA-
KER ZONES ATT. OUTPUTS (26)
Opgelet! Elke van de vijf zone-uitgangen kan een
belastbaarheid van maximaal 100 W
De belasting van alle zones samen mag echter in
geen geval volgende waarde overschrijden:
PA-1120 120 W
RMS
PA-1240 240 W
RMS
of u sluit een luidsprekergroep met een totale impe-
dantie van ten minste 4 Ω aan op de schroefklem-
men LOW IMP 4 Ω (28). De zonevolumeschake-
laars (5) beïnvloeden deze uitgang niet. Gebruik in
geen geval de uitgangen van 100 V (26) en de uit-
gang van 4 Ω (28) op hetzelfde moment; zo niet
wordt de versterker overbelast!
Let bij het aansluiten van de luidsprekers steeds
op de juiste polariteit, d.w.z. de positieve pool van de
luidspreker telkens met de bovenste klem verbin-
den. De positieve aansluiting van de luidspreker -
kabel is altijd speciaal gemarkeerd.
6.2 Microfoons
Drie microfoons met een XLR- of 6,3 mm-stekker
kunnen op de die XLR/combi-jacks (39) van de in -
gangen CH 1 – 3 worden aangesloten.
1) Draai bij het aansluiten van een microfoon de
overeenkomstige regelaar GAIN (41) helemaal
naar rechts in de stand "-50".
2) Bij het gebruik van een microfoon met fantoom-
voeding schakelt u de voedingsspanning van
6 Conexiones
E
Todas las conexiones deberían realizarlas sólo el
personal cualificado en cualquier caso, y siempre
con el amplificador apagado.
6.1 Altavoces
Bien conecte altavoces de 100 V para las 5 zonas
de megafonía a los terminales de borne SPEAKER
ZONE ATT. OUTPUTS (26)
¡Atención! Cada una de las 5 salidas de zona
puede cargarse con los altavoces hasta un
máximo de 100 W
. De todos modos, la carga
RMS
total de todas las zonas no puede exceder la
potencia siguiente en ningún caso:
PA-1120 120 W
RMS
PA-1240 240 W
RMS
O bien conecte un grupo de altavoces con una
impedancia total de 4 Ω como mínimo a los termina-
les de borne LOW IMP 4 Ω (28). Los interruptores
de volumen de zona (5) no afectan a esta salida. No
utilice nunca las salidas de 100 V (26) y la salida de
4 Ω (28) al mismo tiempo o el amplificador se sobre-
cargaría.
Cuando conecte los altavoces, observe siempre
que la polaridad es correcta, por ejemplo conec-
tando el polo positivo de los altavoces a cada termi-
nal superior. El contacto positivo de los cables de
altavoz está siempre marcado de un modo especial.
6.2 Micrófonos
Conecte tres micrófonos con toma XLR o de 6,3 mm
a los jacks combinados XLR/6,3 mm (39) de las en -
tradas CH 1 a CH 3.
1) Cuando conecte un micrófono, gire el correspon-
diente control de ganancia GAIN (41) completa-
mente hacia la derecha hasta la posición "-50".
2) Cuando utilice un micrófono de alimentación
phantom, conecte la alimentación de 12 V con el
28
12 V in met de overeenkomstige toets PHAN-
TOM POWER (40).
Opgelet! Bedien de schakelaar alleen bij uitge-
schakelde versterker (schakelploppen). Bij inge-
drukte toets mag op de betreffende ingang geen
microfoon met ongebalanceerde uitgang zijn
aangesloten; de microfoon kan immers worden
beschadigd.
3) Als een microfoon voorrang op een andere
microfoon moet krijgen, plaatst u de overeen-
komstige DIP-schakelaar MIC PRIORITY (44) in
de stand ON (zie ook hoofdstuk 7).
hebben.
RMS
Tips
1. Als de tafelmicrofoon PA-1120PTT (afb. 3) wordt
gebruikt, mag de ingang CH 1 worden gebruikt,
omdat deze met de ingang (42) voor PA-
1120PTT parallelgeschakeld is.
2. Als er een commandomicrofoon PA-1120RC is
aangesloten, mag de ingang CH 2 niet worden
gebruikt, omdat deze parallelgeschakeld is met
de ingang voor de PA-1120RC (via de bijbeho-
rende aansluitmodule).
6.3 Tafelmicrofoon PA-1120PTT
De tafelmicrofoon PA-1120PTT (figuur 3) die als
afzonderlijk toebehoren verkrijgbaar is, werd spe-
ciaal voor deze versterker ontworpen.
1) Sluit de microfoon aan op de jack P.T.T.
REMOTE (42). De aansluitkabel die bij de micro-
foon is geleverd, kan tot max. 100 m worden ver-
lengd.
2) Druk op de toets PHANTOM POWER (40) van de
ingang CH 1 en draai de bijbehorende regelaar
GAIN (41) helemaal naar rechts in de stand "-50".
Opmerking: De ingang CH 1 mag nu niet voor
andere ingangssignalen worden gebruikt, omdat
deze met de jack P.T.T. REMOTE parallelgescha-
keld is.
correspondiente botón PHANTOM POWER
(40).
¡Precaución! Actúe sobre el botón sólo con el
amplificador apagado (ruido de conmutación).
Con el botón presionado, no se debe conectar
ningún micrófono con salida asimétrica a la
salida correspondiente ya que el micro puede
dañarse.
3) Si un micrófono toma prioridad sobre otro micró-
fono, ajuste el interruptor DIP correspondiente
MIC PRIORITY (44) en la posición ON (ver tam-
bién el apartado 7).
Notas
1. Cuando utilice el micrófono de sobremesa PA-
1120PTT (fig. 3), no hay que utilizar la entrada
CH 1 ya que esta entrada está conectada en
paralelo con la entrada (42) para el PA-1120PTT.
2. Si se conecta un micrófono con control de zona
PA-1120RC, la entrada CH 2 no puede utilizarse
porque esta entrada está conectada en paralelo
con la entrada para el PA-1120RC (mediante el
correspondiente módulo de conexión).
6.3 Micrófono de sobremesa PA-1120PTT
El micrófono de sobremesa PA-1120PTT (fig. 3)
está disponible como accesorio separado y ha sido
diseñado especialmente para este amplificador.
1) Conecte el micro al jack P.T.T. REMOTE (42). El
cable de conexión incluido con el micrófono
puede extenderse hasta los 100 metros de longi-
tud como máximo.
2) Pulse el botón PHANTOM POWER (40) de la
entrada CH 1 y gire completamente hacia la
derecha el correspondiente control de ganancia
(41) hasta la posición "-50".
Nota: En este caso, la entrada CH1 no puede uti-
lizarse para otras señales de entrada ya que está
conectada en paralelo con el jack P.T.T. REMOTE.
6.4 Commandomicrofoon PA-1120RC
De commandomicrofoon PA-1120RC (figuur 4) die
als toebehoren verkrijgbaar is, werd speciaal voor
deze versterker ontworpen. U kunt maximaal drie
commandomicrofoons aansluiten. Voor gebruik
ervan moet u eerst de aansluitmodule, samen met
de microfoon geleverd, in de versterker worden
gemonteerd. Dit mag uitsluitend door een gekwalifi-
ceerde vakman uitgevoerd worden!
Opmerking: Bij gebruik van de commandomicrofoon
mag de ingang CH 2 niet voor andere ingangssigna-
len worden gebruikt, omdat deze met de ingang
voor de commandomicrofoon parallelgeschakeld is.
6.4.1 De aansluitmodule monteren
1) Trek de netstekker uit het stopcontact. Als er een
noodstroomeenheid is aangesloten, koppelt u
deze van de aansluitingen 24 V
de versterker zeker buiten bedrijf is. Schroef het
deksel van de versterker evenals de afsluitplaat
(45) aan de achterzijde van de versterker los.
2) Steek de 3-polige leiding AS 903 (c) van de
aansluitmodule in de jack CN 903 (c) van de ver-
sterker – zie overzichtstekening pagina 42.
3) Plaats de module in de openingen die door het
wegnemen van de afsluitplaat (45) vrijkomen, en
schroef ze vast.
4) Steek de tweepolige leiding die in de versterker
vrij ligt, met een zwarte en rode ader van de
aansluiting AS 801 in de jack CN 801 (a) van de
module.
5) Steek de afgeschermde leiding AS 802 (b) van
de module in de jack AN 802 (b) van de verster-
ker.
6) Steek de 6-polige leiding AS 204 (d) van de
module in de jack CN 901 (d) van de versterker.
7) Als er geen module voor digitale boodschappen
PA-1120DM is ingebouwd, bindt u de losse 10-
polige leiding AS 4-1 van de module met de
kabelbinders in de versterker vast.
6.4 Micrófono con control de zona
PA-1120RC
El micro de zona PA-1120RC (fig. 4) está disponible
como accesorio separado y ha sido diseñado espe-
cialmente para este amplificador. Pueden conec-
tarse hasta 3 micrófonos con control de zona. Para
su funcionamiento, hay que instalar en el amplifica-
dor primero el módulo de conexión entregado con el
micrófono. ¡Sólo el personal cualificado puede efec-
tuar la instalación!
Nota: Cuando utilice el micrófono de control de
zona, la entrada CH 2 no puede utilizarse para otras
señales de entrada ya que esta entrada está conec-
tada en paralelo con la entrada para el micrófono de
control de zona.
6.4.1 Instalación del módulo de conexión
1) Desconecte la toma de alimentación del enchufe
principal. Si la alimentación de emergencia está
conectada, desconéctela de los terminales
24 V
(30) para que el amplificador este inope-
rable en cualquier caso. Desenrosque la carcasa
del amplificador y la tapa (45) de la parte poste -
rior del amplificador.
2) Conecte la línea de 3 polos
módulo de conexión al jack CN 903 (c) del ampli-
ficador (ver diagrama de conexiones en la pág.
42).
3) Inserte el módulo en los cortes descubiertos
cuando quite la tapa (45) y enrósquelo a presión.
4) Conecte la línea suelta de 2 polos (a) en el
amplificador con conductor negro y rojo de la
conexión AS 801 al jack CN 801 (a) del módulo.
5) Conecte la línea blindada AS 802 (b) del módulo
al jack AN 802 (b) del amplificador.
6) Conecte la línea de 6 polos AS 204 (d) del
módulo al jack CN 901 (d) del amplificador.
7) Si no hay ningún PA-1120DM instalado, sujete la
línea suelta de 10 polos AS 4-1 del módulo con
enlace de cable en el amplificador.
(30) los, zodat
AS 903 (c) del